Vragen van de leden Hijink en Leijten (beiden SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën over het bericht «TiSA and the threat to public banks» (ingezonden 9 mei 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met de publicatie «TiSA and the threat to public banks»?1

Vraag 2

Deelt u de strekking van de publicatie, namelijk dat het Verdrag over de handel in diensten (Trade in Services Agreement – TiSA) mondiale financialisering zal versterken, privatisering van diensten zal stimuleren, en de mogelijkheden van overheden om grenzen te stellen aan marktwerking in de dienstensector verder inperkt? Kunt u uw antwoord onderbouwen?

Vraag 3

Kunt u een overzicht geven van alle publieke banken binnen de EU?

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat TiSA overheden legitimeert om de risico’s van competitief risicogedrag te socialiseren, omdat de grens tussen publieke en private diensten als gevolg van TiSA steeds meer verdwijnt?

Vraag 5

Kunt u toelichten in hoeverre volgens u de definitie van «prudentiële redenen» om van overheidswege beschermende maatregelen te treffen volstaat om te garanderen dat overheden hun diensten kunnen beschermen tegen potentieel schadelijke marktwerking van buitenlandse dienstverleners, en ingaan op de juridische haken en ogen die het Transnational Institute (TNI) identificeert?2

Vraag 6

Deelt u de constatering uit de publicatie dat artikel X.4 van TiSA impliceert dat staatsbedrijven, waaronder publieke banken, alleen uitzonderingen kunnen bedingen op de markt als dat dat conform commerciële overwegingen is? Wat zijn de implicaties van dit artikel volgens u voor de discretionaire ruimte van staatsbedrijven? Kunt u uw antwoord onderbouwen?3

Vraag 7

Klopt het dat op grond van artikel X.9 van TiSA reeds in een land gevestigde buitenlandse financiële dienstverleners altijd dezelfde nieuwe financiële diensten mogen aanbieden als binnenlandse financiële dienstverleners? Zo ja, deelt u de moral hazards die in de publicatie genoemd worden?

Vraag 8

Kunt u reageren op de volgende conclusie uit de publicatie: ««Transparency», as conceived of in the Financial Services Annex, will undermine governments’ capacity to choose how they would like to run and regulate their own public banks»?4

Vraag 9

Wat zijn de gevolgen van het feit dat voor de in «Section A» opgesomde financiële diensten de standstill-bepaling en de ratchet-bepaling van toepassing zijn voor het in overheidshanden brengen of houden van publieke banken?5

Vraag 10

Betekent de unanieme steun in de EU voor het voorbehoud voor publieke diensten dat dit een breekpunt is voor de EU in de onderhandelingen?6

Vraag 11

Welke inspanningen worden er verricht door Nederland om de ILO-conventies in TiSA te verankeren? Deelt u de opvatting dat in het kader van de door u aangekondigde reset van handelsverdragen geen enkel handelsverdrag meer getekend zou moeten worden als de naleving van de ILO-conventies daarin niet gewaarborgd is?7

Vraag 12

Kunt u preciseren wat u bedoelt met de zinsnede «Indien het akkoord daartoe concrete aanknopingspunten bevat, zal het kabinet zich uiteraard inspannen tot het kwalificeren van TiSA als een gemengd akkoord», en daarbij aangeven wanneer er volgens u sprake is van «concrete aanknopingspunten»?8

Vraag 13

Bent u bekend met het werk van econoom Dani Rodrik, waar uw ambtgenoot van Buitenlandse Zaken, regelmatig naar verwijst, en die indringend waarschuwt voor de risico’s van doorgeslagen liberalisering voor de mondiale financiële stabiliteit? Zo ja, kunt u beargumenteren waarom u alsnog pleitbezorger van TiSA bent?


X Noot
5

Aanhangsel van de Handelingen Vergaderjaar 2016–2017, nr. 1075.

X Noot
6

Aanhangsel van de Handelingen Vergaderjaar 2016–2017, nr. 1075.

X Noot
7

Aanhangsel van de Handelingen Vergaderjaar 2016–2017, nr. 1075.

X Noot
8

Aanhangsel van de Handelingen Vergaderjaar 2016–2017, nr. 1075.

Naar boven