Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Cocaïnebaron knipt enkelband door en vlucht» (ingezonden 3 mei 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Cocaïnebaron knipt enkelband door en vlucht»?1

Vraag 2

Uit het artikel komt het beeld naar voren dat de betrokkene reeds in december 2016 zijn enkelband heeft doorgeknipt en ontvlucht is aan het toezicht van justitie; kloppen deze feiten? Waarom komt dit nieuws nu pas naar buiten en wat is er in de tussentijd gedaan aan de opsporing van de betrokkene? Welke stappen in nationaal en internationaal verband zijn er ondernomen om Cetin G. op te sporen sinds het duidelijk werd dat hij zijn enkelband heeft doorgeknipt?

Vraag 3

Hoe heeft het kunnen gebeuren dat de enkelband is doorgeknipt? Heeft dit geleid tot een directe signalering van het doorknippen aan politie of justitie? Waarom heeft dit niet geleid tot direct handelend optreden?

Vraag 4

Uit het artikel wordt duidelijk dat het doorknippen van een enkelband vaker voorkomt; kunt u aangeven hoe vaak sinds de start van het werken met de enkelband het doorknippen/losmaken is voorgekomen? Kunt u duiden wat de kennelijke kwetsbaarheid van deze band betekent voor de inzet van de enkelband als betekenisvol middel?

Vraag 5

Heeft u een verklaring voor het feit dat een verdachte van zeer zware strafbare feiten, reeds verdacht van zware nieuwe feiten, waartegen 14 jaar cel is geëist, thuis met een enkelband het onderzoek mocht afwachten? Vindt u het gepast dat bij dergelijke zware strafbare feiten en zwaar kaliber criminelen een licht middel als de enkelband wordt toegepast?

Vraag 6

Deelt u de mening dat de regels aangepast dienen te worden zodat verdachten van zware criminaliteit hun berechting niet thuis met een enkelband, maar achter tralies afwachten?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Helder (PVV), ingezonden 28 april 2017 (vraagnummer 2017Z05683).


X Noot
1

Telegraaf van woensdag 26 april 2017

Naar boven