Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken over de winning van hoog en laag calorisch gas (ingezonden 2 mei 2017).

Vraag 1

Kunt u aangeven in welke verschillende velden/putten hoog calorisch en laag calorisch gas gewonnen wordt? Kunt u daarnaast per boorput aangeven of daar al gewonnen wordt en of er opsporingsboringen plaats (gaan) vinden?

Vraag 2

Uit welke velden komt het «laag calorische gas» dat gebruikt gaat worden om de conversie-installaties gericht te voeden?

Vraag 3

Op welk moment was bekend dat stikstoffabrieken permanent inzetbaar waren? Kunt u de Kamer informeren op welke wijze en op welke momenten de stikstoffabrieken in het verleden werden ingezet? Welke hoeveelheden van welk gas werden daar per jaar voor gebruikt?

Vraag 4

Kunt u toelichten hoeveel van de kleine velden de door u genoemde Wobbe-factor1 hebben, en wat die factor per put bedraagt? Zo nee, waarom niet? Wat is precies die door u genoemde «bepaalde kwaliteit gas dat uit de kleine velden in Nederland afkomstig is»? Wat is precies die Wobbe-factor?

Vraag 5

Wat is de Wobbe – factor van het geïmporteerde gas uit Rusland en Nederland? Wat is het inzetpercentage van de conversie-installaties bij gebruik van dat Russische of Noorse gas?

Vraag 6

Hoeveel van dit «relatief laagst calorisch gas» is er beschikbaar, voor hoeveel jaar is dit voldoende om de conversie-installaties op 85% van het vermogen te laten draaien? Moeten daartoe nieuwe gasvelden geopend of heropend worden? Zo ja, welke?

Vraag 7

Waarvan is het inzetpercentage van de conversie-installaties afhankelijk? Zijn er meer beperkende factoren dan de beschikbaarheid van gemakkelijk te converteren gas?

Vraag 8

In hoeverre kan de conversiecapaciteit worden ingezet om aan piekvraag te kunnen voldoen en om schommelingen in de gasvraag te dempen om plotselinge drukveranderingen in het Slochterenveld te voorkomen?

Vraag 9

Ziet u meer of andere mogelijkheden om snelle veranderingen in de gasvraag te dempen, zoals het tijdelijk afschakelen van de vijf energiecentrales die op Gronings gas draaien en/of het afschakelen van andere industriële installaties? Wat was het verbruik van de vijf gascentrales in 2015 en 2016?

Vraag 10

Welke driehonderd industriële bedrijven zijn op laagcalorisch gas aangesloten?2 Is het mogelijk om deze bedrijven om te bouwen naar gebruik van hoogcalorisch gas? Wat is de reden dat deze driehonderd bedrijven destijds gekozen hebben voor een aansluiting op laagcalorisch gas? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 11

Is de door u genoemde 5 miljard m3 voor de opslag in Norg3 de maximale opslagcapaciteit? Zo ja, over welke periode wordt deze opslag gevuld? Op welk moment wordt deze opslag aangewend voor gebruik?


X Noot
1

Debat over het toegenomen aantal aardbevingen in Groningen 20 april 2017: «GTS heeft mij laten weten voor de berekening van die 24 miljard m3 te zijn uitgegaan van een bepaalde kwaliteit van gas dat uit de kleine velden in Nederland afkomstig is. Dat wordt uitgedrukt in een Wobbe-factor. Dat is een technische term, waarvoor mijn verontschuldiging»

X Noot
2

Debat over het toegenomen aantal aardbevingen in Groningen 20 april 2017: «Daarnaast zijn er 300 industriële bedrijven op dat laagcalorische gas aangesloten. De meeste industriële bedrijven maken echter gebruik van het hoogcalorische gas».

X Noot
3

Debat over het toegenomen aantal aardbevingen in Groningen 20 april 2017: «Bovendien hebben wij een hoeveelheid van 5 miljard m3 aardgas nodig om de opslag in Norg te vullen».

Naar boven