Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de verkiezing van Saudi-Arabië als lid van de VN-commissie die zich bezighoudt met vrouwenrechten (ingezonden 26 april 2017).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de verkiezing van Saudi-Arabië als lid van de VN-commissie die zich bezighoudt met vrouwenrechten?1

Vraag 2

Wat is uw oordeel over de verkiezing van Saudi-Arabië als lid van de VN-commissie die zich bezighoudt met vrouwenrechten?

Vraag 3

Waarom is de stemming bij deze verkiezing geheim? Was Nederland een van de landen die bij de verkiezing heeft gestemd?

Vraag 4

Welke andere landen waren kandidaat bij de verkiezingen?

Vraag 5

Kunt u verklaren waarom juist een land als Saudi-Arabië, dat op plaats 141 in een ranglijst van het World Economic Forum over ongelijkheid tussen man en vrouw staat, is gekozen als lid van een VN-commissie die zich bezighoudt met vrouwenrechten?

Vraag 6

Heeft u contact gehad met uw Europese collega’s over deze verkiezing? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is het resultaat van deze gesprekken?

Vraag 7

Ziet u mogelijkheden om de verkiezing van Saudi-Arabië in deze VN-commissie aan te grijpen om de onderwerp mensenrechten, en in het bijzonder vrouwenrechten, weer ter sprake te brengen bij uw Saudische ambtgenoot? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

Vraag 8

Ziet u in de verkiezing van Saudi-Arabië in deze VN-commissie aanleiding om met gelijkgestemde landen in de EU het onderwerp mensenrechten, en in het bijzonder vrouwenrechten, weer te sprake te brengen bij uw Saudische ambtgenoot? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden De Roon en Wilders (beiden PVV), ingezonden 24 april 2017 (vraagnummer 2017Z05636)

Naar boven