Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het tot staatsgeheim verklaren van de aantekeningen van een officier van justitie in een strafdossier (ingezonden 21 april 2017)

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Wat is er staatsgeheim aan de dood van de 8-jarige Sharleyne»?1

Vraag 2

Klopt het dat de dagjournaals van de officier van justitie zijn bestempeld als staatsgeheim, zelfs op het één na hoogste niveau? Hoe zit dit precies en wat is uw verklaring hiervoor?

Vraag 3

Op welke wijze zouden de aantekeningen van de officier van justitie ernstige schade aan de belangen van de staat kunnen toebrengen?

Vraag 4

Wat is uw reactie op de stelling van de advocaat dat het openbaar ministerie (OM) het staatsgeheim misbruikt om eventuele fouten niet te hoeven erkennen, en de stelling van de hoofddocent dat het er op lijkt dat het OM naar een machtsmiddel grijpt om elke discussie hierover te smoren?

Vraag 5

Is het waar dat aantekeningen van een officier van justitie die zijn bevindingen opschrijft altijd als staatsgeheim worden bestempeld? Zo ja, bent u bereid daarin verandering aan te brengen?

Vraag 6

In hoeverre zijn de mogelijkheden voor nabestaanden om inzage te krijgen in het strafdossier en dit dossier te laten onderzoeken, in zaken waarin getwijfeld kan worden aan de doodsoorzaak, reeds uitgebreid, gelet op de eerdere discussie hierover en de aangenomen motie-Van Nispen over uitbreiding van de mogelijkheden voor nabestaanden om het onderzoeksdossier in te zien?2

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Helder (PVV), ingezonden 21 april 2017 (vraagnummer 2017Z05490)

Naar boven