Vragen van de leden Leijten en Hijink (beiden SP) aan de Minister van Financiën over de ongekend hoge winstuitkeringen van bedrijven (ingezonden 31 maart 2017).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat bedrijven, uit angst om te worden overgenomen, ongekend veel winst uitkeren?1

Vraag 2

Verwacht u dat de komende tijd meer Nederlandse bedrijven die van strategisch belang zijn, zullen worden overgenomen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3

Kunt u toelichten wat u bedoelt met uw pleidooi om de wet uit te breiden waarmee de regering de overname van strategisch belangrijke Nederlandse concerns kan tegenhouden, zodat deze voor een breder deel van het bedrijfsleven geldt?2 Op welke sectoren dient deze wet van toepassing te zijn?

Vraag 4

In het Financieele Dagblad van dinsdag 29 maart3 zegt de heer Hommen dat er in bijna alle landen regels en wetten zijn waaraan overnames moeten voldoen, maar dat de regels in Nederland eigenlijk vrij simpel zijn en aandeelhouders het hier eigenlijk voor het zeggen hebben; bent u dit met hem eens? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat er betere regelgeving komt omtrent overnames?

Vraag 5

Kunt u uitleggen welke wetten en regels in andere landen gelden omtrent overnames die er in Nederland niet zijn? Kunt u tevens uitleggen wat de oorzaak is van het feit dat aandeelhouders het in Nederland voor het zeggen hebben, wanneer het gaat om overnames?

Vraag 6

Bent u bereid te onderzoeken hoe de rol van het personeel van een onderneming kan worden vergroot, waardoor bij overnames niet (alleen) de aandeelhouders de doorslag geven, maar ook inspraak en instemming van personeel wettelijk worden vastgelegd?

Vraag 7

Van hoeveel op de Amsterdamse beurs genoteerde bedrijven zijn de obligaties beschikbaar om te worden opgekocht door de Europese Centrale Bank (ECB) onder het Corporate Sector Purchasing Programma (CSPP)?

Vraag 8

Bestaat er een causaal verband tussen het opkopen van bedrijfsobligaties en de hoge winstuitkering door bedrijven? Kunt u uitsluiten dat dit verband bestaat? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 9

Bent u het eens met de opmerking van de heer Labadie dat bedrijven «geen mogelijkheden» zien om te investeren en niet goed weten «waar ze met dat geld heen moeten»? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 10

Deelt u de mening dat in Nederland hoognodig geïnvesteerd dient te worden in onder andere onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur, waar zowel het bedrijfsleven als de samenleving als geheel van profiteren?

Vraag 11

Bent u bereid u in te zetten voor een hoger belastingtarief op winst voor grote bedrijven, waarmee zaken zoals genoemd in vraag 10 gerealiseerd kunnen worden? Kunt u uw antwoord toelichten?

Naar boven