Vragen van het lid Van Toorenburg (CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Wapenhandelaar vrijuit na bedreiging burgemeester Gilze en Rijen» (ingezonden 23 maart 2017).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Wapenhandelaar vrijuit na bedreiging burgemeester Gilze en Rijen»?1

Vraag 2

Wat zijn de overwegingen van het openbaar ministerie (OM) geweest om de vervolging tegen deze bedreiger van een burgemeester, gemeenteambtenaar en politieagent te staken?

Vraag 3

Wat is de juridische grond voor de genoemde argumentatie door het OM dat een succesvolle vervolging niet meer mogelijk is vanwege twee andere veroordelingen voor de betrokkene? Hoe beoordeelt u deze argumentatie? Kunt u zaken noemen waarin deze argumentatie eerder is aangevoerd door het OM teneinde een sepot te rechtvaardigen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat de dader van deze bedreigingen er nu zonder vervolging vanaf komt? Welk signaal gaat hier volgens u vanuit ten aanzien van de bestrijding in Zuid-Nederland van de problematiek dat bestuurders met enige regelmaat te vrezen hebben voor intimidatie en bedreiging vanuit het criminele circuit?

Vraag 5

Hoe is het mogelijk dat de burgemeester ter plekke in de rechtszaal verrast werd door het nieuws dat geen verdere vervolging wordt ingesteld? Waarom is door het OM niet adequaat en tijdig gecommuniceerd met de slachtoffers over deze beslissing? Deelt u de mening dat de slachtoffers in deze zaak daardoor niet de kans hebben gehad het OM op andere gedachten te brengen?

Vraag 6

Bent u bereid in overleg te treden met OM naar aanleiding van deze zaak, gelet op uw verantwoordelijkheid en toezeggingen om de actuele ondermijning en bedreiging van gezag in Zuid-Nederland effectief te bestrijden?2


X Noot
1

«Wapenhandelaar vrijuit na bedreiging burgemeester Gilze en Rijen», Brabant Dagblad, 21 maart 2017.

X Noot
2

Zie o.a. de reactie van de Minister van Veiligheid en Justitie d.d. 21 maart 2017 op «Deltaplan aanpak ondermijnende criminaliteit-proeftuin Brabant», Kamerstuk, 29 911, nr. 151

Naar boven