Vragen van de leden Van Dekken en Kuiken (beiden PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat een Brabantse amateurvoetbalclub vier voetballertjes heeft weggestuurd omdat ze te weinig lootjes hebben verkocht (ingezonden 17 februari 2017).

Vraag 1

Kent u de berichten Vier voetballertjes uit club gezet omdat ze te weinig loten verkochten»1 en «KNVB fluit Bladelse voetbalclub terug om wegsturen kinderen»?2

Vraag 2

Is het wérkelijk waar dat deze amateurvoetbalclub jonge spelertjes royeert omdat ze te weinig lootjes hebben verkocht of omdat ouders het verschil aan onverkochte lootjes niet wilden bijleggen? Zo ja, deelt u dan de mening dat dit een buitenproportionele maatregel van die club is waaruit geen enkel besef blijkt hoe belangrijk voetbal voor kinderen is? Zo nee, wat is er dan niet waar?

Vraag 3

Deelt ook u de mening van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) dat «Jongetjes van die leeftijd gewoon [moeten] kunnen voetballen in plaats van lootjes verkopen. We snappen dat ieder lid zijn steentje moet bijdragen, maar dit gaat ver.»? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Hoe hoog is de contributie voor jeugdleden bij deze voetbalclub en hoe verhoudt zich dat tot een bedrag van 10 euro aan niet verkochte lootjes?

Vraag 5

Hoe oud zijn de kinderen die voor deze voetbalclub lootjes verkopen? Welke leeftijd moeten kinderen minimaal hebben om lootjes te mogen verkopen?

Vraag 6

Mag een sportclub minderjarige leden verplichten lootjes te verkopen? Zo ja, op grond waarvan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Had de voetbalclub een vergunning voor de genoemde loterij?

Vraag 8

Wanneer heeft de genoemde voetbalclub voor het laatst een speler geroyeerd wegens geweld op het veld of wegens een andere ernstige misdraging? Hoe vaak is dat het afgelopen jaar 2016 gebeurd?

Vraag 9

Welke juridische stappen kunnen ouders ondernemen over het royement van hun kinderen aan te vechten?

Vraag 10

Kent u de normen en waarden van deze sportclub en valt het ook u op dat daarbij geen normen en waarden voor het bestuur geformuleerd zijn?3

Naar boven