Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over het bericht dat er opnieuw patiëntenstops zijn in de wijkverpleging.
(ingezonden 16 februari 2017).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de blijvende alarmerende berichten dat er patiëntenstops worden
afgegeven in de wijkverpleging?1
Vraag 2
Waarom heeft u niet zien aankomen dat een groeiende groep thuiswonende ouderen en
een bezuiniging van 20% op het budget leiden tot patiëntenstops, overbelaste zorgverleners
en zorgbehoevende mensen die geen zorg meer krijgen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
Heeft u voor de decentralisaties onderzoek gedaan of wijkverpleegkundigen de groeiende
groep thuiswonende ouderen wel konden opvangen met de zorgvraag die er is en dit met
een bezuiniging op het budget? Zo neen, waarom heeft u dit niet eerst uitgezocht?
Vraag 4
Wat is uw reactie op de uitspraak van Vincent Overmeer, (Thuiszorg van Surplus in
West-Brabant): «Soms moeten we kiezen. Wie gaan we helpen? Dan kiezen we voor de schrijnendste
situatie»? Vindt u dit een gewenste uitkomst van uw beleid? Wat als er twee schrijnende
situaties zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 5
Wat is uw reactie op de uitspraak van directeur wijkverpleging Michel Wijngaards (Thebe)
die het volgende aangeeft: «Veel van onze mensen werken in deeltijd en draaien al
veel meer uren. Ons personeel is betrokken en wil geen nee zeggen, al is de ruimte
er niet.»? Vindt u het wenselijk dat wijkverpleegkundigen veel meer werken, omdat
u er niet genoeg geld voor uitgetrokken heeft? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat een organisatie zoals bijvoorbeeld Thebe een beroep doet op
het gezin van een zorgbehoevende persoon, omdat er niet genoeg wijkverpleegkundigen
zijn? Vindt u dit een acceptabel gevolg van uw ingezette beleid?
Vraag 7
Hoeveel zorgorganisaties zijn afhankelijk van familieleden voor aandacht en zorgverlening
omdat zij kampen met tekorten aan personeel en bijbehorend budget? Bent u bereid dit
uit te zoeken en de Kamer hierover te informeren? Zo neen, waarom niet?
Vraag 8
Hoe vaak komt het voor dat iemand langer in het ziekenhuis blijft liggen, omdat er
geen wijkverpleging voorhanden is? Bent u bereid dit uit te zoeken en de Kamer hierover
te informeren? Zo neen, waarom niet?
Vraag 9
Wat is uw reactie op de uitspraken van Jos de Blok (Buurtzorg): «Verzekeraars zijn
niet bereid voldoende voor wijkverpleging te betalen» en «Ze betalen minder en willen
meer zorg. Dat geeft een spanningsveld»? Wat is uw analyse hiervan?
Vraag 10
Wat is uw reactie op de uitspraak van Jos de Blok (Buurtzorg) die aangeeft dat er
te weinig gedaan wordt om meer jongeren enthousiast te maken tot de opleiding van
verpleegkundige?
Vraag 11
Kunt u aangeven wat de huidige instroom is van opleidingen in de zorg, uitgesplitst
per zorgberoep?
Vraag 12
Vindt u het acceptabel dat zorgorganisaties terugvallen op zorgmedewerkers zonder
de juiste opleiding om het werk te doen? Mag dit? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 13
Deelt u de zorgen van zorgorganisaties die vrezen dat de toenemende druk op personeel
het risico op uitval vergroot? Wat gaat u tegen overbelasting van zorgverleners doen?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 14
Erkent u dat er door overbelasting en weinig tijd om mensen op te leiden als zij van
de opleiding komen, een vicieuze cirkel ontstaat van personeelstekorten?
Vraag 15
Vindt u het terecht dat Zorgverzekeraars Nederland zich verschuilt achter het imago
van de ouderenzorg om de arbeidsmarktkrapte te duiden? Wat doet zij er zelf aan om
de werkomstandigheden te optimaliseren voor (jonge) wijkverpleegkundigen?
Vraag 16
Wat is de verklaring dat het aandeel van 35 minners in de zorg sinds 2012 met procenten
gekelderd is?2 Kan er een onderverdeling in opleidingsniveau worden gegeven?
Vraag 17
Hoeveel wijkverpleegkundigen hebben een vaste aanstelling? Hoeveel wijkverpleegkundigen
hebben nog nooit een vaste aanstelling gehad? Bent u bereid dit uit te zoeken?