Vragen van de leden Visser, Nijkerken-De Haan en De Boer (allen VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het besluit van de Belgische regering om te investeren in het spoortraject Antwerpen–Weert (ingezonden 10 februari 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Treinverbinding Weert–Antwerpen stuk dichterbij» d.d. 3 februari 2017?1

Vraag 2

Bent u bekend met het besluit van uw Belgische collega, de heer Bourgeois, om te investeren in de elektrificatie van het spoortraject Weert–Antwerpen?

Vraag 3

Bent u er tevens mee bekend dat de Belgische regering een Europese aanvraag heeft ingediend in het kader van Connecting Europe Facility for Transport (CEF)? Zo ja, wat vindt u hiervan?

Vraag 4

Wat betekenen deze besluiten in België voor de Nederlandse inzet op dit traject?

Vraag 5

Is er een maatschappelijke kosten-batenanalyse uitgevoerd naar de aanpassing van dit traject? Zo ja, wat is de score? Kunt u de uitkomsten met de Kamer delen, zodat duidelijk wordt wat de positieve en negatieve effecten zijn voor het passagiersvervoer en goederenvervoer?

Vraag 6

Klopt het dat door investeringen op dit deel van het spoor de Brabantroute deels kan worden ontlast? Zo ja, kunt u nader onderbouwen wat dit concreet kan betekenen, ook in relatie tot de havenontwikkeling in Rotterdam en Antwerpen?

Vraag 7

Welk bedrag is er nodig vanuit het Rijk dan wel de regio om aan Nederlandse zijde ook de boel op orde te hebben qua elektrificatie en veiligheid? Klopt het dat de gevraagde Rijksbijdrage 4 miljoen euro is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, onder welke condities bent u bereid om dit bedrag voor dit project te reserveren in het Infrastructuurfonds?

Naar boven