Vragen van het lid Servaes (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de bouw van nederzettingen in Oost-Jeruzalem na aantreden van Trump (ingezonden 26 januari 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Nieuwbouw in Oost-Jeruzalem na vertrek Obama»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het dat de aankondiging van de bouw van 566 nieuwe huizen in Oost-Jeruzalem is aangehouden tot het vertrek van president Obama en het aantreden van zijn opvolger president Trump?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de uitspraak van de locoburgemeester van Jeruzalem, dat met het aantreden van president Trump de spelregels zijn veranderd en dat dit ervoor zorgt dat de Israëlische regering de handen vrij heeft om eindelijk weer nederzettingen te bouwen? Deelt u de zorgen over het feit dat alleen al het aantreden van president Trump blijkbaar concrete gevolgen heeft voor de situatie in het Midden-Oosten?2

Vraag 4

Deelt u de mening dat bovengenoemde uitspraak en de uitspraak van de burgemeester van Jeruzalem dat de acht jaar van de regering-Obama moeilijk zijn geweest vanwege de druk om de bouw van nederzettingen te stoppen, bewijst dat internationale druk op de Israëlische regering tot concrete resultaten kan leiden?

Vraag 5

Wat is de laatste stand van zaken aangaande de voorgenomen verplaatsing van de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem? Hoe groot schat u de kans in dat een dergelijke stap daadwerkelijk wordt gezet? Deelt u de mening dat deze stap een uiterst negatieve werking zal hebben op het perspectief op een betekenisvol vredesproces?

Vraag 6

Bent u bereid om er in EU-verband voor te pleiten deze nieuwe aankondiging van uitbreiding van nederzettingen met 566 huizen sterk te veroordelen en om maximale druk op de Israëlische regering aangaande het nederzettingenbeleid uit te oefenen, ook indien de nieuwe Amerikaanse regering een andere koers kiest?

Vraag 7

Bent u bereid om bilateraal, in EU-verband en via de gedeelde zetel in de VN-Veiligheidsraad te pleiten voor consolidatie van de internationale consensus ten aanzien van het Israëlische nederzettingenbeleid, naar voorbeeld van de vorige maand aangenomen VN-resolutie 2334, die nogmaals stelt dat de bouw van nederzettingen een flagrante schending is van het internationaal recht en oproept tot een onmiddellijke en volledige stop van nederzettingenactiviteiten in bezet Palestijns gebied, inclusief Oost-Jeruzalem?

Vraag 8

Deelt u de mening dat wanneer de Israëlische regering met het aantreden van president Trump overgaat tot een versnelde uitbreiding van illegale nederzettingen en daarmee de kans op constructieve vredesbesprekingen nog verder ondermijnt, de EU zich zal moeten beraden op concrete maatregelen, bijvoorbeeld door opschorting van samenwerkingsovereenkomsten (conform de motie-Servaes c.s.)?3

Vraag 9

Deelt u de mening dat dit een «strategisch moment» is om de Palestijnse staat te erkennen?

Naar boven