Vragen van de leden Van Dekken, JanVos en Wolbert (allen PvdA) aan de Minister van Economische Zaken over de bezinningsperiode in de Drentse Veenkoloniën (ingezonden 25 januari 2017).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het bericht in het Dagblad van het Noorden dat u het inlassen van een bezinningsperiode als onuitvoerbaar bestempelt?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat lokaal draagvlak essentieel is in de transitie naar een duurzame economie?

Vraag 3

Deelt u de mening dat de motie van de leden Smaling/Vos2 niet vraagt om in lopende beroepsprocedures bij de Raad van State te interveniëren, maar wel om een bezinningsperiode in te lassen en die te gebruiken om een «zoektocht naar alternatieven te starten die dezelfde hoeveelheid duurzame energie opleveren»?

Vraag 4

Wilt u het verzoek vanuit de regio en de Tweede Kamer serieus nemen en de beroepstermijn van de Raad van State (uiterlijk 18 mei 2017) gebruiken als «bezinningsperiode»?

Vraag 5

Kunt u toezeggen gedurende deze beroepsprocedure: 1) geen onomkeerbare stappen te nemen in het plaatsen van de windmolens; 2) serieus te kijken naar alternatieven in samenwerking met de betrokken gemeenten en de provincie Drenthe en 3) om tafel te gaan met alle betrokkenen, en tot een mogelijk akkoord te komen met de omwonenden, de exploitanten van de windmolens en de initiatiefnemers van alternatieve vormen van duurzame energie om zo tot een breed gedragen besluit te komen?

Naar boven