Vragen van de leden Van Tongeren en Voortman (beiden GroenLinks) aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst over EPV gas (ingezonden 6 januari 2017).

Vraag 1

Waarom biedt u tijdelijk ruimte voor fossiele brandstoffen binnen de regeling van de Energieprestatievergoeding (EPV) regeling, terwijl het kabinet in de Energie Agenda aangeeft dat gas als brandstof in de gebouwde omgeving uitgefaseerd gaat worden?

Vraag 2

Waarop is de tijdelijkheid van de regeling voor fossiele brandstoffen binnen de EPV gebaseerd en tot wanneer loopt deze tijdelijkheid?

Vraag 3

Wie is verantwoordelijk voor het tijdig informeren van consumenten over het verwijderen van de gasaansluiting?

Vraag 4

Is er bij het besluit om ook gas in aanmerking te laten komen voor de EPV rekening gehouden met de afschrijving van het onderliggende gasnet? En zo ja op welke manier?

Vraag 5

Wat betekent de EPV gas voor het uitfaseren van gasleidingen?

Vraag 6

Kunt u aangeven of en zo ja hoeveel kilometer gasleiding er door de EPV gas vervangen moet worden, terwijl deze leidingen anders uitgefaseerd hadden kunnen worden?

Vraag 7

Hoe hoog zijn de investeringskosten en afschrijvingskosten van te vervangen gasleidingen en wie dient deze kosten te betalen?

Vraag 8

Wat is het effect van de tijdelijkheid van de EPV voor nulopdemeter (NOM)-ready woningen op de investeringszekerheid voor de woningcorporaties en de woonlasten voor de bewoner?

Vraag 9

Op welke wijze worden burgers en woningcorporaties gecompenseerd voor gedane investeringen in woningen en gastoestellen, zoals design fornuizen en hybride warmtepompen, bij verwijdering van de gasaansluiting?

Vraag 10

Heeft u laten onderzoeken of NOM-ready woningen op de lange termijn tegen rendabele kosten tot het niveau van volledig NOM gerenoveerd kunnen worden?

Vraag 11

Heeft u overwogen eisen te stellen aan NOM-ready woningen om te zorgen dat deze op de lange termijn tegen rendabele kosten volledig tot het niveau van NOM of energiepositief gerenoveerd kunnen worden?

Naar boven