Vragen van de leden Smaling en Van Gerven (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over het bericht «11.000 handtekeningen tegen Wildlife Crime» (ingezonden 3 januari 2017).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het onderwerp «wildlife crime» in de uitzending van Vroege Vogels op 25 december 2016?1 Deelt u de zorgen van de indieners van de petitie «Stop Wildlife Crime in Nederland!», op dat moment ondersteund door ruim 11.000 ondertekenaars? Zo ja, kunt u dat preciseren?

Vraag 2

Wat zijn volgens u de voornaamste oorzaken van de toename van wildlife crime in Nederland?

Vraag 3

Kunt u aangeven wat de huidige omvang is van wildlife crime in Nederland, en daarbij specifiek aangeven welke dieren in welke aantallen jaarlijks illegaal omgebracht worden in Nederland (dassen, roofvogels, et cetera) of worden weggehaald uit de natuur in Nederland om te worden verhandeld?

Vraag 4

Kunt u aangeven wat de huidige omvang is van de illegale dierenhandel vanuit het buitenland (dierproducten van beschermde diersoorten, levende dieren, handel in (zang)vogels, et cetera)?

Vraag 5

Als vragen 3 en 4 op kennislacunes stuiten, bent u dan bereid gedegen onderzoek te (laten) doen naar de omvang van wildlife crime in Nederland?

Vraag 6

Hoe sterk is toezicht en handhaving in natuurgebieden teruggelopen sinds het aantreden van het kabinet-Rutte I, in termen van areaal, aantal toezichthouders en taken per toezichthouder? Welk niveau van toezicht en handhaving is wenselijk en gaat u dat weer op peil brengen? Zo nee, welke aanpak staat u dan voor?

Vraag 7

Hoe verhouden de in Vroege Vogels gemelde problemen, die verder reiken dan alleen de neergeschoten zeearend, zich tot uw uitgebreide antwoorden op eerdere Kamervragen waarin u aangeeft dat de overheid «zeer actief is» als het gaat om wildlife crime?2

Vraag 8

In de beantwoording van deze eerdere vragen geeft u aan dat Nederland een belangrijke rol speelt bij de illegale wilde dierenhandel. Welke rol spelen Schiphol en de haven van Rotterdam hierin? Welke verbeteringen heeft u om de handhaving en de pakkans te vergroten?

Vraag 9

Kent u de recent verschenen publicatie «The Illegal Wildlife Trade: Inside the World of Poachers, Smugglers and Traders»3, waarin wordt verwezen naar de rol van Nederland als doorvoerland? Waarom wordt er minimaal ingezet op doorvoercontroles in Nederland?

Vraag 10

Acht u het problematisch dat een onderwerp als dit, waar georganiseerde misdaad in toenemende mate bij betrokken is, bij meerdere departementen is belegd (biodiversiteit en natuur, toezicht en handhaving, opsporing, douane)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe is dat te verbeteren?

Vraag 11

Bent u bereid, wanneer de onderzoeksresultaten hiertoe aanleiding geven, een plan te lanceren gericht op aanpak en preventie van wildlife crime, met aandacht voor training in herkenning en opsporing, monitoring, handhaving en (landelijke) voorlichting?

Vraag 12

Is het mogelijk in een dergelijk actieprogramma trainingen aan te bieden in herkenning en opsporing van wildlife crime binnen de bestaande opleidingen van groene Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA's), boswachters, milieupolitie, et cetera?

Vraag 13

In de Rijksnatuurvisie 2014 «Natuurlijk verder» staat de energieke samenleving centraal. Bent u bereid deze energieke samenleving, onder andere de vele vrijwilligers die actief zijn bij natuurorganisaties, actief te betrekken bij het herkennen en opsporen van wildlife crime in Nederland ter ondersteuning van de bestaande groene BOA's? Wat gaat u doen om dit mogelijk te maken?

Vraag 14

Is het een optie per provincie een verantwoordelijke aan te wijzen die de taak krijgt om wildlife crime terug te dringen door middel van een intensieve samenwerking met handhavende organisaties?


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 2082

X Noot
3

Van Uhm, D.P. (2016) The Illegal Wildlife Trade: Inside the World of Poachers, Smugglers and Traders (Studies of Organized Crime). New York: Springer.

Naar boven