Vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 6 december jongstleden over een zorgbehoevende bijstandsgerechtigde die samenwoont met haar zorgverlener (ingezonden 23 december 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 6 december 2016?1

Vraag 2

Bent u het ermee eens dat de Participatiewet op dit moment in strijd is met de uitspraak van Centrale Raad van Beroep, aangezien de wet onderscheid maakt tussen samenwonende bloedverwanten in de tweede graad en andere samenwonenden, in de situatie dat één van hen intensieve zorg nodig heeft?

Vraag 3

Wat betekent deze uitspraak voor het recht op bijstand voor ongehuwd samenwonenden zonder bloedverwantschap, in de situatie dat één van hen intensieve zorg nodig heeft? Ontstaat door deze uitspraak voor deze groep het recht op bijstand voor alleenstaanden?

Vraag 4

Wat betekent deze uitspraak voor het opleggen van de kostendelersnorm voor ongehuwd samenwonenden zonder bloedverwantschap, in de situatie dat één van hen intensieve zorg nodig heeft?

Vraag 5

Zijn de gemeenten op de hoogte gebracht van deze uitspraak? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Wordt de Participatiewet naar aanleiding van deze uitspraak aangepast? Zo ja, hoe precies? Zo nee, waarom niet?

Naar boven