Vragen van de leden Van Raak en Van Nispen (beiden SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over beperkingen van het demonstratierecht (ingezonden 28 november 2016).

Vraag 1

Mag een burgemeester eisen dat tijdens een demonstratie alleen «positieve boodschappen» worden meegevoerd, zoals de burgemeester van Geleen deed?1

Vraag 2

Hoe verhoudt deze beperking zich tot de grondwettelijke rechten van betogen en meningsuiting?

Vraag 3

Wanneer en door wie is de eis van het louter voeren van «positieve boodschappen» in Geleen getoetst aan de grondwettelijke rechten?

Vraag 4

In welke omstandigheden kan een burgemeester een noodbevel geven of een noodverordening uitschrijven om een demonstratie te voorkomen, of om inhoudelijke eisen te stellen aan de leuzen die worden gevoerd? Waarom was daar in Geleen aanleiding toe?

Vraag 5

Hoe wordt vooraf gecontroleerd of zo'n noodmaatregel proportioneel is? Hoe heeft die controle in Geleen plaatsgevonden?

Vraag 6

Komt het vaker voor dat burgemeesters zich meer ruimte toe-eigenen dan de Wet openbare manifestaties hen biedt?

Vraag 7

Hoe vaak is het de afgelopen tien jaar voorgekomen dat burgemeesters in het ongelijk zijn gesteld door de rechter, omdat zij vooraf eisen stelden aan demonstraties?

Naar boven