Vragen van het lid Klein (Klein) aan de Staatssecretaris van Financiën over bijlage 4 bij de Tweede voortgangsrapportage Wet DBA (ingezonden 22 november 2016).

Vraag 1

In bijlage 4 van uw schrijven van 18 november 2016 geeft u een definitie van kwaadwillenden; klopt het dat de Belastingdienst wel gaat handhaven, naheffen en boetes uit kan delen bij kwaadwillenden?1

Vraag 2

Hoeveel personeel was ingepland voor handhaving van de Wet DBA per 1 mei 2017, en met hoeveel personeel gaat de Belastingdienst de handhaving bij kwaadwillenden effectueren?

Vraag 3

Zijn aan deze nieuwe inzichten kosten verbonden bij de Belastingdienst, doordat bijvoorbeeld personeel is aangenomen wat vooralsnog niet aan het werk kan?

Vraag 4

U geeft aan «Kwaadwillend is de opdrachtgever of opdrachtnemer die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking (en daarmee een oneigenlijk financieel voordeel behaalt en/of het speelveld op een oneerlijke manier aantast)»; klopt het dat u hiermee doelt op organisaties en zzp'ers die weten of hadden kunnen weten dat ze te maken hebben met gezag, arbeid en loon?

Vraag 5

Deelt u de mening dat hiermee ongeveer alle organisaties alsnog als kwaadwillend kunnen worden aangemerkt?

Vraag 6

Deelt u de mening dat bijlage 4 de inhoud en signaalwerking van uw brief in enige mate tegenspreekt?

Vraag 7

Waarom heeft u in bijlage 4 niet gekozen voor een aantal concrete voorbeelden van evidente schijnconstructies?

Vraag 8

In de media lijkt het nu zo te zijn dat iedereen frank en vrij verder kan gaan tot 2018; zou het waar kunnen zijn dat hierdoor organisaties en zzp'ers op het verkeerde been worden gezet, aangezien niet iedereen bijlage 4 gedegen heeft bestudeerd?

Vraag 9

Bent u bereid bijlage 4 alsnog middels een persbericht breder onder de aandacht te brengen, zodat iedereen weloverwogen kan besluiten hoe nu verder te gaan?

Vraag 10

Bent u bereid bijlage 4 zo aan te passen dat de suggestie van opschorting van handhaving van de wet geen wassen neus zal zijn?


X Noot
1

Zaaknummer: 2016Z21649

Naar boven