Vragen van de leden Nijboer en Kerstens (beiden PvdA) aan de Minister van Financiën over het bericht «Overname levert NXP-topman 391 miljoen op» (ingezonden 7 november 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Overname levert NXP-topman 391 miljoen op»?1

Vraag 2

Begrijpt u de maatschappelijke onrust die ontstaan is omtrent deze absurd hoge beloning? Deelt u de mening dat een dusdanige beloning van bijna 400 miljoen euro exorbitant is? Deelt u de mening dat hierdoor een stap terug in de tijd wordt gezet naar de jaren van voor de crisis?

Vraag 3

Deelt u de mening dat door dit soort beloningen Nederlandse bedrijven worden aangemoedigd de korte in plaats van de lange termijn in ogenschouw te houden?

Vraag 4

Deelt u de mening dat beloningen aan de top in een redelijke, normale verhouding moeten staan tot die van gewone werknemers? Maakt u zich ook zorgen over de berichten dat deze verhouding wederom uit elkaar groeit? Wat bent u voornemens hieraan te doen?

Vraag 5

Klopt het dat NXP voor bijna 50 miljoen euro aan subsidies heeft ontvangen van de overheid? Wat zijn de mogelijkheden nu aandeelhouders zoveel geld verdienen aan de verkoop van NXP om deze subsidies terug te vorderen?

Vraag 6

Deelt u de mening dat, net als in de financiële sector, het variabele beloningsbeleid in het bedrijfsleven moet worden beperkt?

Vraag 7

Hoe moet deze beloning worden gezien in het licht van de wettelijk regeling ten aanzien van tegenstrijdig belang en meer specifiek het amendement Tang-Irrgang dat heeft geregeld dat bij fusies en overnames het eigen financieel belang van bestuurders wordt bevroren, zodat zij dit niet kunnen laten meewegen bij het wel of niet laten doorgaan van een fusie of overname?2 Is de bezoldiging van de topman van NXP in strijd met deze wetgeving? Indien deze wetgeving niet van toepassing is op Nederlandse bedrijven die in het buitenland beursgenoteerd zijn, bent u dan bereid om deze wet zo aan te passen dat deze ook geldt voor bedrijven die wel in Nederland gezeteld zijn?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Klein (Klein), ingezonden 4 november 2016 (vraagnummer 2016Z20421)


X Noot
1

Nos.nl, 28 oktober 2016

X Noot
2

Kamerstukken 31 763, nr. 19

Naar boven