Vragen van de leden Gesthuizen en Merkies (beiden SP) aan de Minister van Financiën over betrokkenheid van ABN AMRO bij de aanleg van de Dakota Access-oliepijpleiding en het neerslaan van protesten daartegen (ingezonden 7 november 2016).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de aanleg van de Dakota Acces-pijpleiding, de mogelijke financiële betrokkenheid van Nederlandse banken en de protesten daartegen?1

Vraag 2

Welke gevolgen hebben de aanleg van de Dakota Access-pijpleiding en eventuele lekkages van die leiding voor de nu protesterende Sioux-indianen?

Vraag 3

Op welke wijze zijn ABN AMRO en ING betrokken bij de aanleg van deze leiding?

Vraag 4

Bent u via het NLFI als grootste aandeelhouder verantwoordelijk en aansprakelijk voor investeringen die ABN AMRO doet?

Vraag 5

Bent u bereid, in navolging van de Verenigde Naties, onderzoek te doen naar de vraag of mensenrechtenschendingen hebben plaatsgevonden bij de protesten tegen de aanleg van de leiding?2

Vraag 6

Bent u bereid, indien uit uw onderzoek of dat van de VN blijkt dat bij de aanleg van de Dakota Access pijpleiding mensenrechtenschendingen plaatsvinden, ABN AMRO te vragen zich terug te trekken uit dit project?

Vraag 7

Op welke wijze is betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen opgenomen in het IMVO-convenant met de bancaire sector en hoe verhouden de investeringen die ABN AMRO en ING in de Dakota Access-pijpleiding hebben gedaan zich tot het convenant?3

Vraag 8

Op welke wijze kunt u de convenantpartners aanspreken op hun investeringen in projecten waarbij mensenrechtenschendingen en milieuschade plaatsvindt?

Vraag 9

Bent u bereid ING en eventuele andere betrokken Nederlandse banken aan te spreken op hun investeringen in Dakota Access?

Naar boven