Vragen van het lid Klein (Klein) aan de Staatssecretaris van Financiën over de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (Wet DBA) en de positie van zzp’ers (ingezonden 4 november 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Tienduizenden zzp’ers lopen opdrachten mis door nieuwe wet»?1

Vraag 2

Kent u ook het artikel van 26 september 2016 in Adformatie: «Zzp’ers in de problemen door wet DBA»2 en het artikel «Ondernemers in zwaar weer, wat maakt het zo spannend»?3

Vraag 3

Klopt het dat bedrijven massaal opdrachten aan zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel) stopzetten omdat ze bang zijn voor de gevolgen van de nieuwe Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (Wet DBA), die schijnzelfstandigheid zou moeten tegengaan?

Vraag 4

Is het waar dat ook bij overheidsorganisaties, zoals het Ministerie van Defensie, zzp’ers voor sommige opdrachten niet meer in aanmerking komen?

Vraag 5

Klopt het dat de Belastingdienst ondanks uw toezeggingen tijdens het plenaire debat d.d. 29 september 2016 aangaande de toetsing van zzp-contracten door de Belastingdienst, nog massaal zzp-contracten afkeurt, zoals valt te lezen in het artikel «Zzp’ers in de problemen door Wet DBA»?

Vraag 6

Erkent u dat een resultaat van de Wet DBA is dat zzp’ers aan alle kanten opdrachten mislopen en dreigen mis te lopen, zoals valt te lezen in de drie bovengenoemde artikelen? Zo ja, bent u voornemens hier iets aan te doen en op welke termijn?

Vraag 7

Weet u hoe hoog – als gevolg van de Wet DBA – de nood is voor vele zzp’ers, zoals de voorzitter ZZP Nederland, de grootste belangenorganisatie voor zelfstandigen stelt?

Vraag 8

Op welke manier bent u voornemens de zelfstandig ondernemers die als gevolg van de bepalingen in de Wet DBA opdrachten mislopen, te beschermen, te helpen of op enigerlei wijze te compenseren?

Vraag 9

Tot slot, bent u bekend met het in het artikel »Ondernemers in zwaar weer, wat maakt het zo spannend?» genoemde «handvest van de grondrechten van de Europese Unie»4, waarin de minimale grondrechten opgenomen zijn waar iedere inwoner van de EU een beroep op kan doen?

Vraag 10

Bent u bekend met artikel 16 uit dit handvest, te weten de vrijheid van ondernemerschap5: «de vrijheid van ondernemerschap wordt erkend overeenkomstig het recht van de Unie en de nationale wetgevingen en praktijken»?

Vraag 11

Bent u van mening dat dit grondrecht, «de vrijheid van ondernemerschap», rechters een geheel nieuw kader geeft om te beoordelen of het inderdaad redelijk is dat ondernemerschap wordt beperkt door regelgeving?

Vraag 12

Is bij de realisatie van de Wet DBA rekening gehouden met dit artikel 16 over de vrijheid van ondernemerschap overeenkomstig het recht van EU? Zo ja, op welke wijze is daar rekening mee gehouden en hoe verliep dat proces? Zo nee, hoe kan de Wet DBA dan wel voorzien in de vrijheid van ondernemerschap, zoals die is bedoeld en opgenomen in het handvest van de grondrechten van de EU?

Naar boven