Vragen van de leden Dijkgraaf (SGP), Geurts (CDA) en Lodders (VVD) aan de Staatssecretarissen van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken over het bericht dat fabrikanten woest zijn over eenzijdige aanpassing van emissies innovatieve stalvloeren (ingezonden 13 oktober 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat fabrikanten woest zijn over eenzijdige aanpassing door het kabinet van meetrapporten bij nieuwe, emissiearme stalvloeren?1

Vraag 2

Waarom heeft u eenzijdig de uitkomsten van door de fabrikanten uitgevoerde metingen aangepast? Is de veronderstelling juist dat dit geen gebruikelijke handelwijze is?

Vraag 3

Waarom worden de meetresultaten niet geaccepteerd, terwijl door de meetbedrijven het meetprotocol uit 2013 is gevolgd? Welke actie is hieruit voortgekomen?

Vraag 4

Is de veronderstelling juist dat tijdens deze meetperiode de interpretatie van het meetprotocol is gewijzigd? Zo ja, waarom worden dergelijke wijzigingen niet direct teruggekoppeld aan de betrokken bedrijven en hoe kunnen bedrijven zo op een goede wijze metingen uitvoeren?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de onafhankelijkheid van de positie van Wageningen University die, én vertegenwoordigd is in zowel de commissie van deskundigen als de Technische Adviescommissie Regeling ammoniak en veehouderij (TacRav), én actief is als meetinstantie en verantwoordelijk is voor de exploitatie van de meetfaciliteit op de Dairy Campus in Leeuwarden?

Vraag 6

Heeft u tevens kennisgenomen van het bericht dat ook de toekenning van een emissiefactor voor het innovatieve Aeromixsysteem niet vordert?2

Vraag 7

Hoe beoordeelt u de onduidelijke communicatie van de TacRav inzake de beoordeling van het Aeromixsysteem?

Vraag 8

Kunt u het rekenmodel dat gebruikt wordt voor het berekenen van emissiefactoren van emissiearme vloeren naar de Kamer sturen?

Vraag 9

Waarom heeft het Aeromixsysteem ondanks de onderbouwing en alle bijbehorende metingen en uw positieve woorden nog steeds geen Voorlopige Emissiefactor toegewezen gekregen?3 Gaat u hiervoor zorgen?

Vraag 10

Deelt u de mening van de betrokkenen dat voor stalsystemen met luchtwassers en emissiearme stalvloeren veel minder onderbouwing geleverd hoeft te worden dan voor andere innovatieve emissiearme stalsystemen en dat zo met twee maten gemeten wordt? Hoe gaat u dat voorkomen?

Vraag 11

Kunt u een overzicht geven van de verschillende systemen waarvoor wel een meetrapport is ingeleverd, maar waarvoor op dit moment nog geen definitieve emissiefactor is vastgesteld?

Vraag 12

Kunt u aangeven hoeveel gerechtelijke procedures er in de afgelopen drie jaar zijn gestart vanwege bezwaren tegen de gang van zaken rond de toewijzing van emissiefactoren?

Vraag 13

Voor hoeveel systemen met een voorlopige emissiefactor is naar uw verwachting de kans groot dat de vermelding op bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij geschrapt zal worden? Wat betekent dat voor de keuzevrijheid van melkveehouders?

Vraag 14

Wat betekent deze problematiek, de trage toewijzing van emissiefactoren voor innovatieve, emissiearme stalsystemen, voor de opgave van de melkveehouderij om de ammoniakemissie te reduceren en te voldoen aan de aangescherpte emissie-eisen?

Vraag 15

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de door de Kamer gewenste professionalisering van de TacRav (motie-Bisschop/Dik-Faber, Kamerstuk 34 300 XII, nr. 52)?

Vraag 16

Gebeurt de professionaliseringsslag in nauwe samenspraak met de betrokken sector?

Vraag 17

Zijn naast de administratieve organisatie en de aanvraagprocedure, inmiddels ook de toetsingskaders, rollen en verantwoordelijkheden gedetailleerd uitgewerkt, zoals aanbevolen door Berenschot?

Vraag 18

Hoe gaat u ervoor zorgen dat ook in de praktijk de innovatie en verduurzaming van stalsystemen niet afgeremd, maar gestimuleerd wordt?

Vraag 19

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór de plenaire begrotingsbehandeling Infrastructuur en Milieu voor 2017 (ingezonden 13 oktober 2016)

Naar boven