Vragen van de leden Van Dekken en Marcouch (beiden PvdA) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over vechtende voetbalhooligans (ingezonden 11 oktober 2016)

Vraag 1

Kent u het bericht «Politie tolereert «hooliganfreefights» niet»?1

Vraag 2

Hebt u enige indicatie van de aard en omvang van dergelijke gevechten tussen hooligans? Zo ja, wat is naar schatting die aard en omvang? Zo nee, op welke wijze kan uw informatiepositie en die van de politie verbeterd worden?

Vraag 3

Acht u het, gezien de signalen die u wél kent, noodzakelijk om de opsporing van deze gevechten te intensiveren? Zo ja, waarom en hoe gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Zijn dergelijke gevechten vergelijkbaar met het gevecht nabij Beverwijk in 1997 waarbij iemand is overleden? Zo nee, waarom niet?2

Vraag 5

Zijn er voor zover u bekend is gewonden gevallen bij recente geheime gevechten tussen voetbalhooligans?

Vraag 6

Deelt u de mening dat naast de politie ook de voetbalverenigingen zich moeten inspannen om te voorkomen dat hun (zichzelf supporter noemende) hooligans in het geheim gaan vechten? Zo ja, wat doen voetbalverenigingen en wat kunnen zij doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Deelt u de mening dat de opvatting van de in het bericht genoemde hoogleraar dat dergelijke gevechten geen probleem zijn zolang er maar geen minderjarigen bij betrokken zijn en gewonden zelf voor de kosten opdraaien, getuigt van een opvatting die misschien wel gebaseerd is op een gangbare psychologische theorie maar in ieder geval uitdrukt dat deze hoogleraar van de dagelijkse praktijk van (voetbal)geweld en de gevolgen daarvan heel weinig begrijpt? Zo ja, waarom deelt u deze mening? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Deelt u de mening dat als mannen «hun primaire, eerste natuur een kans [willen] geven» door geweld te plegen, of eventueel andere misdrijven te plegen, dit voorkomen, opgespoord en vervolgd dient te worden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Naar boven