Vragen van het lid Vermeij (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Verschil renterisico pensioenfondsen België en Nederland» (ingezonden 7 oktober 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Verschil renterisico pensioenfondsen België en Nederland»?1

Vraag 2

In hoeverre kunt u zich vinden in het onderzoek van AON Hewitt waaruit blijkt dat de verplichtingen in Nederland volatieler zijn dan de waarde van de verplichtingen in België?

Vraag 3

Hoe kijkt u naar de resultaten van het onderzoek waaruit blijkt dat een wijziging van de rente van – 1 procent leidt tot een verhoging van de waarde van de verplichtingen in Nederland met 20 procent terwijl in België eenzelfde wijziging leidt tot een verhoging van 12,1 procent? En hoe kijkt u er naar dat de effecten van een rentewijziging een extremere variatie kent in de waardeverandering van de verplichtingen in Nederland dan in België? Hoe kijkt u naar de effecten die een rentewijziging heeft op de dekkingsgraden van pensioenfondsen in Nederland en België?

Vraag 4

Welke voor- en nadelen kent het Belgische systeem waarbij op een bepaald moment de rente niet meer bepalend is, aangezien de waarde van de verplichtingen dan volledig bepaald wordt door het verwachte rendement? In hoeverre zou dit systeem ervoor kunnen zorgen dat de rentegevoeligheid in het Nederlandse systeem beperkt wordt?

Vraag 5

In hoeverre bent u bekend met pensioenfondsen die naar België verhuisd zijn vanwege het daar geldende toezichtskader? In hoeverre speelt de aantrekkelijkheid van het Nederlandse Financieel Toetsingskader (FTK) hier een rol bij? Bent u van plan om te bestuderen welke mogelijkheden er zijn om ervoor te zorgen dat het Nederlandse toezichtskader aantrekkelijk blijft zodat zo min mogelijk pensioenfondsen naar het buitenland verhuizen?


X Noot
1

Pensioen Bestuur & Management, september 2016, jaargang 13, nummer 4, p. 38–39

Naar boven