Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitspraak van de voorzieningenrechter met betrekking tot de jeugdhulpaanbesteding in de gemeenten Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem (ingezonden 7 oktober 2016).

Vraag 1

Hoe wordt gevolg gegeven aan de uitspraak van de voorzieningenrechter in het kort geding tussen de jeugdhulpaanbieders en de gemeenten Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem?1

Vraag 2

Welke gemeenten en/of jeugdhulpregio’s hebben hun jeugdhulptaken op een vergelijkbare manier aanbesteed?

Vraag 3

Bent u bereid om deze gemeenten en/of jeugdhulpregio’s te verplichten om hun aanbestedingen ook over te doen? Zo ja, wanneer kunt u de Kamer daarover informeren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Bent u bereid om, met deze uitspraak in de hand, alsnog een verbod in te stellen op het aanbesteden van jeugdhulptaken via veilingsites? Zo ja, per wanneer gaat dat verbod in? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Wat is de uitkomst van de door u georganiseerde regeldruksessies met betrekking tot de inkoop dan wel aanbesteding van jeugdhulptaken?

Vraag 6

Welke conclusies trekt u voor uw eigen beleid ten aanzien van de bestrijding van wachtlijsten wanneer de voorzieningenrechter het niet reëel acht dat jeugdhulpinstellingen geen wachtlijsten mogen hebben terwijl hun budget gekort wordt?

Vraag 7

Welke gevolgen, anders dan reeds gevraagd, gaat deze uitspraak hebben voor uw beleid ten aanzien van de jeugdhulp?

Vraag 8

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het wetgevingsoverleg Onderdeel Jeugd en aanverwante zaken voorzien op 14 november 2016?


X Noot
1

Rechtbank Den Haag, zaaknummer C-09–513319-KG ZA 16–773

Naar boven