Vragen van de leden Van Nispen en Smaling (beiden SP) aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het bericht
dat het sporten op kunststofgrasvelden mogelijk gevaarlijk is voor de gezondheid (ingezonden
7 oktober 2016).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de uitzending van Zembla over de mogelijke risico’s van voetballen
op kunstgrasvelden met rubbergranulaat voor de gezondheid?1
Vraag 2
Hoe groot is het risico op gezondheidsproblemen met betrekking tot het sporten op
kunststofgrasvelden met rubbergranulaat? Bent u bereid dit uit te zoeken en de Kamer
hierover te informeren? Zo neen, waarom niet?
Vraag 3
Welke onderzoeken zijn tot nu al gedaan naar de mogelijke risico’s voor de gezondheid
vanwege het spelen op kunstgrasvelden met rubbergranulaat? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 4
Welke informatie, onderzoeken of bewijzen zijn beschikbaar over het bericht dat in
de Verenigde Staten en Groot-Brittannië er steeds meer voetballers (vooral keepers)
zijn die een verband leggen tussen het spelen op kunststofgrasvelden met rubbergranulaat
en het feit dat zij kanker hebben gekregen? Hoe verhoudt dit zich tot andere landen?
Vraag 5
Is het waar dat een eerder onderzoek uitgevoerd door Industox door zowel de overheid
als door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gepresenteerd wordt
als het bewijs dat er geen gezondheidsrisico’s zijn?
Vraag 6
Wat is uw reactie op de uitspraken van meerdere deskundigen die in de uitzending hebben
aangegeven dat dit onderzoek door Industox slechts een steekproef betreft en niet
geclassificeerd kan worden als wetenschappelijk onderzoek? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 7
Is het waar dat de concentraties die in granulaten zitten ver boven de vastgestelde
REACH-norm zitten? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 8
Is het waar dat de branchevereniging van bandenfabrikanten VACO gelobbyd heeft bij
het Ministerie van VWS en bij het Ministerie van I&M om de Europese normen van rubbergranulaat
niet aan strengere regels te laten voldoen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 9
Kunt u uw reactie geven op de e-mail die aan de Europese Commissie is gestuurd, waarin
uw standpunt is aangegeven om rubbergranulaat tot aan de evaluatieregeling in 2017
niet aan strengere regels te onderwerpen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 10
Waarom heeft u besloten om geen strengere regels te laten gelden voor rubbergranulaat?
Welke afwegingen heeft u precies gemaakt? In hoeverre heeft de lobby van VACO daarbij
een rol gespeeld? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 11
Waarom wilden het Ministerie van VWS, brancheorganisatie VACO en het RIVM niet voor
de camera van Zembla reageren? Waarom is door al deze partijen per e-mail aangegeven
dat er geen gezondheidsrisico’s zijn? Is hier sprake van belangenverstrengeling? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Vraag 12
Hoe kunt u beweren dat er geen gezondheidsrisico’s zijn terwijl Zembla bewijzen heeft
van een bijeenkomst tussen de Europese brancheorganisatie van bandenfabrikanten ETRMA
en het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA), waaruit blijkt dat fabrikanten
zelf helemaal niet weten wat er precies in het granulaat zit? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 13
Is er volgens u sprake van een toename van gezondheidsproblemen van sporters die gerelateerd
kan worden aan de stijging van het aantal kunstgrasvelden in Nederland? Bent u bereid
dit te onderzoeken en de Kamer hierover te informeren? Zo neen, waarom niet?
Vraag 14
Heeft u of betrokken partijen meldingen binnengekregen van mensen die in de buurt
van een kunstgrasveld wonen of sporten en die gezondheidsklachten kregen vanwege het
rubbergranulaat dat is aangelegd op het kunstgrasveld?
Vraag 15
Bent u bereid om een grondig epidemiologisch onderzoek uit te voeren naar de gezondheidsgevolgen
van rubbergranulaat in kunstgrasvelden? Zo neen, waarom niet?
Vraag 16
Welke maatregelen gaat u treffen om mogelijke risico’s voor de volksgezondheid tegen
te gaan?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Tanamal en
Van Dekken (beiden PvdA), ingezonden 6 oktober 2016 (vraagnummer 2016Z18299), Remco Dijkstra en Rudmer Heerema (beiden VVD), ingezonden 7 oktober 2016 (vraagnummer
2016Z18428) en Klever (PVV), ingezonden 7 oktober 2016 (vraagnummer 2016Z18433).