Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Van Oosten (VVD) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de kwaliteit van forensische artsen (ingezonden 29 september 2016).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het betoog van bijzonder hoogleraar U. Reijnders, waarin hij onder andere aangeeft dat forensische artsen mishandeling en niet-natuurlijke sterfgevallen te vaak over het hoofd zouden zien?1

Vraag 2

In hoeverre deelt u de stelling van bovengenoemde hoogleraar dat de kwaliteit onder druk staat omdat veel forensische artsen het forensisch werk er af en toe bij doen?

Vraag 3

Bent u bekend met het onderzoek waaruit zou zijn gebleken dat ruim een kwart van de sterfgevallen waarin het een niet-natuurlijke dood betrof als natuurlijke dood was aangemerkt? Kunt u meer vertellen over dit onderzoek en de conclusies die daaruit zijn getrokken? Wat is daarop uw reactie?

Vraag 4

Wat is uw reactie op de uitspraak dat behandelend artsen niet-natuurlijke sterfgevallen over het hoofd zien en maar liefst driekwart van alle mishandelingen niet eens herkent?

Vraag 5

Welke stappen zijn gezet naar aanleiding van de aanbevelingen van de Gezondheidsraad uit 2013 ten aanzien van de forensische geneeskunde?2 Kunt u in uw reactie de opmerking van professor Reijnders meenemen dat de theoriecursus onvoldoende zou zijn?

Vraag 6

Hoe staat deze constatering van professor Reijnders in verhouding tot uw brief d.d. 28 augustus 2015 waarin een aantal verbeteringen wordt aangehaald?3 Kunt u aangeven wat hiervan de stand van zaken is?

Vraag 7

In hoeverre ziet u naar aanleiding van deze kritiek reden om actie uwerzijds te ondernemen? Waar zou dat dan uit bestaan?

Naar boven