Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het rapport «Dirty Diesel – How Swiss Traders Flood Africa with Toxic Fuels» (ingezonden 20 september 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het rapport Dirty Diesel van Public Eye waaruit blijkt dat diesel en benzine op zodanige wijze gemengd worden dat deze net voldoen aan de milieu en gezondheidseisen van (veelal) West-Afrikaanse landen, terwijl dit ernstige luchtvervuiling tot gevolg heeft in deze landen en grote gezondheidsrisico’s voor de lokale bevolking met zich meebrengt?1

Vraag 2

Acht u het wenselijk dat de olieinfrastructuur in de havenregio’s van Amsterdam en Rotterdam (samen met Antwerpen) een centrale rol speelt in het mengen (blending) en de handel (trading) van deze brandstoffen van lage kwaliteit?

Vraag 3

Bent u het eens met de conclusie van het rapport dat overheden van uitvoerhavens van deze voor de gezondheid zeer schadelijke brandstoffen deze handel aan banden zouden moeten leggen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Bent u bereid het aandeel van de Nederlandse infrastructuur in deze activiteiten verder te onderzoeken? Bent u bereid op basis van aanvullend onderzoek zo nodig met wet- er regelgeving te komen die het onmogelijk maakt dat deze infrastructuur nog gebruikt wordt om brandstoffen te produceren en verhandelen die ernstige gezondheidsschade toebrengen in de landen waar ze uiteindelijk terecht komen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Veldhoven (D66), ingezonden 20 september 2016 (vraagnummer 2016Z216924) en Smaling (SP), ingezonden 20 september 2016 (vraagnummer 2016Z16926).

Naar boven