Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Kuiken (PvdA), Gesthuizen (SP), Voortman (GroenLinks) en Sjoerdsma (D66) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de brand in het vreemdelingendetentiecentrum Rotterdam (ingezonden 12 september 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het rapport «Brand in het detentiecentrum Rotterdam» van Amnesty International, Stichting LOS en Dokters van de Wereld?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op de conclusie dat het optreden tegen de brand van 25 mei jl. en de nazorg voor de vreemdelingen in detentie ernstig tekort is geschoten?

Vraag 3

Hoe kon het gebeuren dat tijdens de brand de deuren niet centraal werden ontgrendeld? Bent u van mening dat de vreemdelingen hierdoor onnodig risico hebben gelopen? Hoe heeft het kunnen gebeuren dat de vreemdelingen naar buiten zijn gebracht zonder adequate kleding, dekens of andere verzorging bij een buitentemperatuur van 8 graden?

Vraag 4

Is het waar dat de vreemdelingen na de brand geen nazorg hebben ontvangen? Wat is tevens de reden dat vijf vreemdelingen in isolatie zijn geplaatst? Is het waar dat deze vreemdelingen daarvoor zijn gevisiteerd onder meer in het bijzijn van vrouwelijke bewakers? Hoe verhoudt dit zich tot de motie waardoor het visitatiebeleid tot het verleden behoort?2

Vraag 5

In hoeverre wijkt het gevoerde beleid ten tijde van de brand af van de aanbevelingen van het rapport «Brand cellencomplex Schiphol-Oost» van de Onderzoeksraad voor Veiligheid?3

Waarom heeft de Inspectie Veiligheid en Justitie destijds geen onderzoek gedaan naar de gebeurtenissen rondom en na de brand? Bent u bereid alsnog een onderzoek te laten doen naar de gebeurtenissen rondom en na de brand? Bent u bereid om na een brand van een dergelijke omvang standaard een onderzoek te laten plaatsvinden naar het gevoerde beleid rondom en na de brand? Zo nee, waarom niet?

Naar boven