Vragen van het lid Van Laar (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over fraude met hulpgoederen voor Syrische vluchtelingen (ingezonden 9 september 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichten over fraude met hulpgoederen voor Syrische vluchtelingen zoals beschreven in The Washington Post en het AD?1 2

Vraag 2

Kunt u iets zeggen over de mogelijke omvang van de fraude in de keten bij de Nederlandse non-gouvernementele organisaties? Komt deze fraude alleen bij Stichting Vluchteling en Save the Children voor of naar verwachting ook bij andere Nederlandse organisaties?

Vraag 3

Hoe hebben de Nederlandse organisaties tot nu toe gehandeld naar aanleiding van de signalen over fraude? Bestaan hier protocollen voor bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, en zo ja, zijn deze gevolgd? Zo nee, overweegt u hier een protocol voor op te stellen?

Vraag 4

Kunt u toelichten of de conclusies van de onderzoeken die de organisaties zelf hebben ingesteld naar de vermeende fraude, voldoende kunnen zijn om over te gaan tot het eventueel terugvorderen van subsidies? Bent u betrokken bij het waarborgen van de onafhankelijkheid van deze onderzoeken en/of heeft u overwogen zelf een onderzoek in te stellen naar mogelijke fraude bij deze en/of andere organisaties?

Vraag 5

Naast Nederlandse organisaties is in ieder geval ook USAID getroffen door deze fraude; zijn er andere organisaties die Nederland financiert, bijvoorbeeld VN-organisaties, die ook getroffen zijn of waarvan redelijkerwijs het vermoeden kan bestaan dat deze getroffen zijn? Zo ja, hoe wordt deze mogelijke fraude onderzocht?

Vraag 6

Bent u bereid de Kamer in het vervolg proactief te informeren wanneer u signalen ontvangt over dergelijke situaties?

Vraag 7

Bent u bereid de Kamer tijdig te informeren over de conclusies van alle onderzoeken naar fraude met hulpgoederen en uw reactie hierop?

Naar boven