Vragen van het lid Smaling (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het toegenomen geweld in de Angolese provincie Cabinda (ingezonden 24 augustus 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Death toll in Angola's oil-rich Cabinda rises to nearly 40»?1 In hoeverre bent u bezorgd over deze gebeurtenissen, ook met het oog op de geplande presidentiële verkiezingen in 2017 in Angola?

Vraag 2

Is inmiddels door de Angolese overheid bevestigd dat sinds eind juli jl. meer dan 30 soldaten van het Angolese leger en enkele rebellen van het FLEC (Front voor de Bevrijding van de Enclave Cabinda) zijn omgekomen?

Vraag 3

Kunt u kort de geschiedenis van het conflict en in het bijzonder de aanleiding van de recente geweldsuitbarsting duiden, en daarbij de verschillende betrokkenen in kaart brengen?

Vraag 4

In hoeverre zijn deze schermutselingen het gevolg van (lokaal) verzet tegen de Chinese aanwezigheid in het olierijke gebied?

Vraag 5

Voert de Angolese regering een de-escalerend beleid uit ten aanzien van Cabinda, en zo ja, kunt u een overzicht geven van de inspanningen van overheidswege?

Vraag 6

In hoeverre vindt er diplomatiek overleg plaats tussen Aphonse Massanga van het FLEC, de Angolese president José Eduardo dos Santos en eventuele derden? Wordt er toegewerkt naar een politieke oplossing, en zo ja, welke?

Vraag 7

Welke oplossing voor dit langlopende conflict ligt volgens u in het verschiet? In hoeverre wordt daaraan gewerkt door internationale organisaties zoals de VN en de Afrikaanse Unie?

Vraag 8

Kunt u een overzicht geven van de Nederlandse activiteiten (zowel op overheids- als bedrijfsniveau) in Angola, en, indien van toepassing, in Cabinda?

Vraag 9

Ziet u een rol voor Nederland weggelegd als bemiddelaar in het conflict?

Naar boven