Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat het onderzoek van rioolwater vaker leidend zou kunnen zijn bij het ijken van drugsbeleid (ingezonden 24 juni 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Het riool liegt niet over drugs» en het onderzoek «Sewage epidemiology and illicit drug research: The development of ethical research guidelines»?1 2

Vraag 2

Deelt u de mening van de onderzoekers dat rioolwateronderzoek gebruikt kan worden voor het ijken van drugsbeleid en het opsporen van drugslaboratoria? Zo ja, bent u voornemens dergelijk onderzoek te gebruiken voor het bestrijden van drugs-gerelateerde criminaliteit?

Vraag 3

Op welke manier heeft het Openbaar Ministerie interesse getoond in rioolwateronderzoek als methode van opsporingsonderzoek? Heeft het Openbaar Ministerie of de politie al eens opdracht gegeven tot het onderzoeken van rioolwater? Zo ja, op welke manier?

Vraag 4

Kunt u aangeven of kleinschalig epidemiologisch rioolwateronderzoek op specifieke locaties, zoals scholen, kantoren, penitentiaire inrichtingen, festivals, wijken of straten, in Nederland voorkomt? Zo ja, in opdracht van welke organisatie c.q. instantie? Zo ja, voor welke doeleinden wordt dergelijk onderzoek gebruikt?

Vraag 5

Is kleinschalig rioolwateronderzoek op specifieke locaties ook toegestaan zonder uitdrukkelijke goedkeuring van het Openbaar Ministerie of de politie? Zo ja, in welke gevallen?

Vraag 6

Hoe verhoudt kleinschalig rioolwateronderzoek zich tot de Wet bescherming persoonsgegevens? Acht u het mogelijk dat de bescherming van persoonsgegevens in het geding komt door toedoen van kleinschalig rioolwateronderzoek?

Vraag 7

Herkent u zich in de door de onderzoekers geschetste risico’s dat kleinschalig rioolwateronderzoek kan leiden tot schendingen van het recht op de eerbieding van de persoonlijke levenssfeer, tot de stigmatisering van bepaalde gemeenschappen en tot ongewenste profilering?

Vraag 8

Hoe waarborgt u dat kleinschalig rioolwateronderzoek, uitgevoerd in opdracht van de overheid of publieke instellingen, geen schade berokkent aan betrokkenen, bijvoorbeeld wat betreft hun recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer?

Naar boven