Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de onafhankelijkheid van deurwaarders en de verwevenheid met incassobureaus (ingezonden 20 juni 2016).

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere vragen over de onafhankelijkheid van deurwaarders en de verwevenheid met incassobureaus?1

Vraag 2

Op welke manier wordt er gehandhaafd op de verordening onafhankelijkheid voorafgaand aan en sinds de onthouding van goedkeuring aan de gewijzigde verordening? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

Vraag 3

Waarom wordt aangegeven dat rechtsbijstandsverzekeraar DAS belangen in een aantal deurwaarderskantoren heeft van 49%, terwijl uit hun jaarverslag 2014 op pagina 32 blijkt dat dit minstens 70% betreft? In hoeverre kan hier nog worden gesproken over een zekere verwevenheid? Wat is uw oordeel hierover?

Vraag 4

Hoe en door wie wordt opgetreden tegen incassobureaus die de indruk wekken bevoegdheden te hebben die zij niet hebben? Welke rol hebben onder andere de Autoriteit Consument en Markt (ACM), de Autoriteit Financiële Markten (AFM), de Nederlandse Vereniging van gecertificeerde Incasso-ondernemingen (NVI) en de Nederlandse Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) hierbij en hoe wordt gezorgd voor een dekkend stelsel van toezicht en controle? Wat zijn de resultaten van uw gesprekken met onder andere de ACM over haar bevindingen dat incassobureaus zich niet aan de regels houden?2


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 2242

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 729, antwoord 1

Naar boven