Vragen van de leden Voortman en Grashoff (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het terugsturen van vluchtelingen naar Eritrea (ingezonden 15 juni 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «regering Eritrea schendt al 25 jaar mensenrechten»?1

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van het rapport van de VN Onderzoekscommissie?

Vraag 3

Onderschrijft u de aanbeveling aan de Veiligheidsraad om het Internationaal Strafhof in te schakelen?

Vraag 4

Bent u van mening dat de ontwikkelingsrelatie met Eritrea, zoals opname in de landenlijst van het Dutch Good Growth Fund (DGGF), ongewijzigd kan blijven, gezien de mensenrechtensituatie en het ontbreken van economische initiatieven zonder banden met de overheid?

Vraag 5

Bent u van mening dat het ontwikkelingshulppakket van de EU, ter hoogte van € 200 miljoen, doorgang kan vinden, gezien de mensenrechtensituatie en het ontbreken van economische initiatieven zonder banden met de overheid?

Vraag 6

Bent u op de hoogte van berichten dat Eritreeërs die naar Soedan vluchten, worden opgepakt en teruggestuurd?2

Vraag 7

Deelt u de mening dat dit refoulement is en dat het Nederlandse en Europese beleid er op gericht moet zijn om dit te voorkomen?

Vraag 8

Is het Steering Committee van het Khartoum-proces deze maand bijeengekomen? Kunt u de Kamer verslag doen van deze bijeenkomst?

Vraag 9

Met welke landen worden binnen het Khartoum-proces afspraken gemaakt? Wat is de aard van de afspraken?

Vraag 10

Deelt u de mening dat er geen sprake kan zijn van technische of materiële assistentie aan de grensbewaking van Soedan, zolang het land zich schuldig maakt aan refoulement?

Vraag 11

Deelt u de mening dat er geen sprake kan zijn van assistentie in enigerlei vorm aan Eritrea, zolang het land op deze systematische en grootschalige wijze de mensenrechten schendt?


X Noot
1

Volkskrant, 8 juni 2016

Naar boven