Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over het bericht «Schikking over derivaten stuit op onwil banken» (ingezonden 10 juni 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «Schikking over derivaten stuit op onwil banken»?1

Vraag 2

Bent u op de hoogte van de voorgestelde oplossing van de commissie? Zo ja, weet u of de genoemde afkoopsommen voor ING, ABN Amro en Rabobank van respectievelijk 300 miljoen euro, 800 miljoen euro en bijna twee miljard euro kloppen? Weet u hoe hoog de geschatte afkoopsommen voor andere betrokken banken zijn?

Vraag 3

Klopt het dat de commissie voorstelt om de schade collectief af te wikkelen in plaats van elk geval opnieuw te bekijken?

Vraag 4

Klopt het dat een aantal Nederlandse banken dreigt om de door de commissie voorgestelde oplossing in de rentederivaten affaire af te wijzen? Zo ja, om welke banken gaat het?

Vraag 5

Wat vindt u van de uitspraak van de bestuursvoorzitter van ABN Amro dat hij het advies van de commissie als «niet bindend» beschouwt? Wat vindt u van deze houding? Deelt u de mening van de leden van de PvdA-fractie dat, gezien de ernst van deze affaire en de schade die is geleden door ondernemers, de betrokken banken aan het voorstel van de commissie moeten meewerken?

Vraag 6

Welke mogelijke vervolgstappen overweegt u om ervoor te zorgen dat de banken zich aan het voorstel van de commissie houden?

Vraag 7

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) nam stevig positie in de slechte afhandeling door banken van de verkochte derivaten; wat is het oordeel en de rol van de AFM over de houding van de banken? Heeft de AFM voldoende bevoegdheden om de banken te dwingen tot fatsoenlijk gedrag en redelijke compensatie voor schade van ondernemers?


X Noot
1

NRC, 9 juni 2016

Naar boven