Vragen van de leden Keijzer en Bruins Slot (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Wijkverpleegkundigen helpen steeds vaker met huishoudelijke taken» (ingezonden 10 mei 2016).

Vraag 1

Heeft u het item «Wijkverpleegkundigen helpen steeds vaker met huishoudelijke taken» in de uitzending van Nieuwsuur van 1 mei jl. gezien?

Vraag 2

Bent u ervan op de hoogte dat wijkverpleegkundigen steeds vaker huishoudelijke hulp verlenen? Zo ja, wat vindt u daarvan?

Vraag 3

Kunt u aangeven wat het gemiddelde uurtarief is voor een uur hulp in het huishouden, en wat het gemiddelde tarief is voor een uur wijkverpleging?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de wijkverpleegkundige zich zou moeten richten op verpleegkundige taken, bijvoorbeeld wondverzorging en het lichamelijke verzorging? Zo ja, waarom? Zo niet, waarom niet?

Vraag 5

Hoe verhouden deze «extra werkzaamheden» zich tot de bezuiniging op de wijkverpleging die zich manifesteert in de volume- en tariefkortingen?

Vraag 6

Kunt u aangeven hoe vaak deze verschuiving van verantwoordelijkheid, waarbij de wijkverpleegkundige huishoudelijke activiteiten verricht, zich voordoet? Zo nee, kunt u dit verder onderzoeken?

Vraag 7

Vindt u dat gemeenten en zorgverzekeraars voldoende afspraken maken hoe zij de zorg thuis (hulp bij het huishouden/wijkverpleging) samen kunnen organiseren?

Vraag 8

Bent u bereid gemeenten, via de VNG, aan te spreken als het minder verstrekken van hulp bij het huishouden ertoe leidt dat wijkverpleegkundigen deze taken (moeten) overnemen?

Vraag 9

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het Algemeen overleg Wijkverpleging, voorzien op 16 juni 2016?

Naar boven