Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) haar vertrouwen opzegt in het bestuur van het College Perinatale Zorg (CPZ) (ingezonden 10 mei 2016).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat de KNOV haar vertrouwen in het bestuur van het CPZ heeft opgezegd?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op de uitlatingen die CPZ-voorzitter de heer Bos heeft gedaan in Medisch Contact, waarin hij onder andere stelt «De KNOV wil gewoon niet veranderen, wil per se dat verloskundigen die risicoselectie alleen blijven doen. Nou, dat is nou net wat er niet goed ging de afgelopen twintig jaar, dat moet juist anders»?2

Vraag 3

Deelt u de analyse van de heer Bos dat het feit dat verloskundigen de risicoselectie doen «nou net wat er niet goed ging» is? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Is het correct dat de houding van het CPZ en de NVOG richting de verloskundigen en de KNOV al jaren negatief is? Wat vindt u hiervan?

Vraag 5

Wat vindt u ervan dat het CPZ, dat mede gefinancierd wordt door de overheid, tot taak heeft verbinding tot stand te brengen, in de praktijk juist polarisatie zaait? Wat gaat u hieraan doen? Welke oplossingen ziet u?

Vraag 6

Om welke redenen verwierp de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) in het najaar van 2015 de toen voorliggende zorgstandaard? Wat vond het CPZ daar precies van?

Vraag 7

Vindt u het terecht dat verloskundigen nu kritiek krijgen vanwege het verwerpen van de zorgstandaard, terwijl het verwerpen van de NVOG leidde tot een nieuwe zorgstandaard? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 8

Is het al vaker voorgekomen dat het Zorginstituut Nederland (ZiN) de regie heeft overgenomen na onenigheid tussen verschillende betrokken partijen? Zo ja, hoe vaak en in welke situaties?3

Vraag 8

Kan gegarandeerd worden dat het ZiN de inbreng van de KNOV wel serieus neemt? Kunt u uw antwoord toelichten?

Naar boven