Vragen van het lid Siderius (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën over de toekenning van kinderopvangtoeslag voor vierjarige kinderen met een beperking die participeren in een wenprogramma in het passend onderwijs (ingezonden 3 mei 2016).

Vraag 1

Is het waar dat kinderen met een beperking die middels een zogeheten wenprogramma vanaf vier jaar oud instromen in het passend onderwijs, geregistreerd worden als schoolgaand, ondanks het feit dat zij vaak tijdens dergelijke wenprogramma’s slechts enkele dagdelen daadwerkelijk naar school gaan? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 2

Is het waar dat ouders door de registratie van hun kind als zijnde schoolgaand geen aanspraak meer kunnen maken op kinderopvangtoeslag voor dagopvang, en daarom alleen voor gesubsidieerde opvang voor hun kind in aanmerking komen wanneer zij hun kind bij een buitenschoolse opvang (BSO) plaatsen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3

Is het waar dat in enkele situaties waar bezwaar is gemaakt tegen deze uitsluiting van toeslag voor dagopvang het recht alsnog is toegekend? Zo ja, kunt u reflecteren op de gevolgen van een dergelijke inconsistentie in beleid tussen ouders die wel en die niet bezwaar maken?

Vraag 4

Acht u het een wenselijke uitwerking van uw beleid dat ouders zich van de arbeidsmarkt terugtrekken om hun kind op te vangen tijdens deze wenprogramma’s? Zo nee, hoe gaat u deze onwenselijke uitwerking aanpakken? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot de visie van het kabinet Rutte II waarin kinderopvangtoeslag als arbeidsmarktinstrument wordt gezien?

Vraag 5

Acht u het wenselijk – in navolging van het belang dat u in het regeerakkoord1 «Bruggen slaan» uitspreekt met betrekking tot sluitende dagarrangementen – om in de situatie zoals in bovenstaande vragen is geschetst, de belemmerende werking van het niet toekennen van kinderopvangtoeslag weg te nemen? Zo ja, op welke termijn kan de Kamer een voorstel verwachten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Bent u van mening dat een structureel probleem als in deze schriftelijke vragen omschreven, structureel opgelost dient te worden en niet aan de willekeur van gemeenten dient te worden overgelaten, via bijvoorbeeld een sociaal medische indicatie? Kunt u uw antwoord toelichten?


X Noot
1

Regeerakkoord VVD–PvdA « Bruggen slaan», pagina 35

Naar boven