Vragen van het lid PiaDijkstra (D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over het bericht «Het is een prachtig kind. Waarom is hij overleden» (ingezonden
26 april 2016).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Het is een prachtig kind. Waarom is hij overleden»?1
Vraag 2
Wat is uw mening over het gegeven, zoals gepresenteerd in het artikel, dat de Koninklijke
Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) de standaard «Opsporing foetale
groeivertraging» heeft ingevoerd zonder inbreng van de Nederlandse Vereniging van
Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)?
Vraag 3
Deelt u de mening van de woordvoerder van de NVOG dat er «onvoldoende wetenschappelijk
bewijs is» voor de standaard «Opsporing foetale groeivertraging» waarin gebruikgemaakt
wordt van de in Engeland ontwikkelde methode GROW, om systematisch met een centimeterlint
de buik van de zwangere op te meten?
Vraag 4
Deelt u de zorgen die zijn ontstaan naar aanleiding van dit artikel, omdat er veel
onduidelijkheid lijkt te bestaan over de beste methode om groeivertraging op te sporen,
er niet altijd voldoende expertise op dit vlak aanwezig lijkt te zijn en doorverwijzingen
onnodig laat plaatsvinden?
Vraag 5
Kunt u aangeven in hoeverre het voor u een prioriteit is om een knoop door te hakken
over de derdetermijn echo, die al door uw voorganger was toegezegd? Deelt u de mening
dat het afronden van het onderzoek naar de derdetermijn echo, in de IRIS studie, nog
lange tijd op zich laat wachten, en daardoor weinig gevoel van urgentie uitstraalt?
Vraag 6
Kunt u aangeven hoe u in de tussentijd, voordat dit onderzoek is afgerond, omgaat
met de gesignaleerde problemen uit het artikel, zeker in het licht van de onenigheid
tussen de KNOV en de NVOG over de zorgstandaard?
Vraag 7
Deelt u de mening dat echoscopie nauwkeuriger – en niet invasief – is en minder willekeurig
dan meten aan de buitenkant? Indien ja, kunt u aangeven of u het mogelijk wilt maken
dat de beschikbaarheid van echo’s wordt vergroot voor verloskundigen, zodat zij hiervan
eerder gebruik kunnen maken?
Vraag 8
Heeft u zicht op welke alternatieven er voorhanden zijn, naast het gebruik van echo’s,
om groeivertraging op te sporen? Zo nee, bent u bereid dit te (laten) onderzoeken?
Vraag 9
Deelt u de zorgen over de uitspraak van Jan Nijhuis, hoogleraar gynaecologie aan de
Universiteit van Maastricht, waarin hij stelt dat de geboortezorg meer een belangenspel
lijkt te zijn geworden in plaats van te draaien om het belang van moeder en kind?
Zo ja, hoe wilt u hierin verandering aanbrengen?
Vraag 10
Kunt u aangeven waarom de richtlijn «Verminderde kindsbewegingen» niet (altijd) wordt
opgevolgd, terwijl deze stellig de patiënt centraal zet door te stellen dat de subjectieve
waarneming van de moeder leidend moet zijn?
Vraag 11
Deelt u de mening dat er scherp ingezet moet worden op het vergroten van expertise
bij verloskundigen, aangezien ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg in 2012 al
concludeerde dat sterfte of ernstige complicaties ontstaan omdat pathologie, in dit
geval groeivertraging, onvoldoende herkenning krijgt?
Vraag 12
Bent u bereid kritisch te kijken naar de verkeerde prikkel(s) die nu mogelijk bestaat/bestaan
in de geboortezorg, omdat een verloskundige er een financieel belang bij kan hebben
om de patiënt langer zelf te begeleiden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Bent u bereid het voorbeeld van ons buurland, het Verenigd Koninkrijk, te volgen om
de kennis te vergroten als het gaat om het redden van ongeboren kinderen? Zo ja, wilt
u toezeggen actief in te zetten op het doorbreken van het taboe om te spreken over
«doodgeboorte»?