Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de bizarre nieuwe wereld van de zzp’er (ingezonden 12 april 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht en de video «Na de VAR: dit is de bizarre nieuwe wereld van de zzp’er»?1

Vraag 2

Kunt u reageren op de kritiek dat de modelcontracten «behoorlijk vaag» zijn?

Vraag 3

Is het u bekend dat de brief van de Belastingdienst die zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel) moet informeren over de wijzigingen2 de onrust onder zzp’ers niet heeft verminderd en juist tot extra onzekerheid bij zzp’ers heeft geleid?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de stelling van Matthijs Bouman dat een zzp’er zich «heel precies moet houden aan de modelcontracten, die in vage bewoordingen zijn gesteld»?

Vraag 5

Kunt u zich voorstellen dat zzp’ers het gevoel hebben dat ze meer risico’s lopen omdat ze de gedurende alle werkzaamheden alert moeten zijn of ze per abuis niet lichtelijk afwijken van de gesloten overeenkomst, zelfs als eigenlijk overduidelijk is dat ze als zzp’er werkzaam zijn?

Vraag 6

Kunt u zzp’ers duidelijkheid verschaffen over hoe de Belastingdienst gaat beoordelen of feitelijk gewerkt is conform de modelovereenkomst?

Vraag 7

Kunt u voor de volgende cruciale zinnen uit de modelovereenkomsten aangeven hoe de Belastingdienst gaat controleren of feitelijk gewerkt is conform de overeenkomst?

  • a. Opdrachtnemer deelt zijn werkzaamheden zelfstandig in en is bij de uitvoering daarvan geheel zelfstandig.

  • b. Hij/zij verricht de overeengekomen werkzaamheden naar eigen inzicht en zonder toezicht of leiding van de opdrachtgever. Opdrachtgever kan wel aanwijzingen en instructies geven omtrent het resultaat van de opdracht.

  • c. A heeft uitdrukkelijk geen zeggenschap over de werkzaamheden van B. B is dus vrij de werkzaamheden naar eigen inzicht en zonder toezicht of leiding van A uit te voeren.

Vraag 8

Acht u het mogelijk om factoren bekend te maken die dan wel wijzen op ondernemerschap dan wel wijzen op een dienstverband?

Vraag 9

Kunt u van de volgende factoren aangeven of zij een aanwijzing vormen voor een dienstverband:

  • a. deelname aan de pensioenvoorziening van de opdrachtgever.

  • b. deelname aan de arbeidsongeschiktheidsverzekering van de opdrachtgever.

  • c. deelname aan vergaderingen bij de opdrachtgever (met werknemers van de opdrachtgever).

  • d. verstrekken of vergoeden van een opleiding of cursus aan de opdrachtnemer.

  • e. ter beschikking stellen van bedrijfskleding door de opdrachtgever.

  • f. ter beschikking stellen van veiligheidsmiddelen (mondkapjes, gehoorbescherming, etc.) door de opdrachtgever.

  • g. ter beschikking stellen van een kantoorwerkplek (bureau, bureaustoel, computer, printer).

Vraag 10

Moet een zzp’er nog meerdere opdrachtgevers hebben? Zo ja, waarom staat daar niets over in de in vraag 3 genoemde brief van de Belastingdienst?

Vraag 11

Klopt het dat voor de modelovereenkomst van belang is of je je kunt laten vervangen, maar dat voor de fictieve dienstbetrekking van belang is of de zzp’er zich ook daadwerkelijk heeft laten vervangen?

Vraag 12

Op welke wijze moet de zzp’er aantonen dat hij/zij zich daadwerkelijk heeft laten vervangen?

Vraag 13

Op welke wijze kan een opdrachtgever of aannemer die met een onderaannemer werkt vertrouwen dat het naleven van de modelovereenkomst een vrijwarende werking heeft als dit afhankelijk is van of de onderaannemer zich heeft laten vervangen?

Vraag 14

Op welke wet- of regelgeving is het bewijsvermoeden van afwezigheid van een fictieve dienstbetrekking, zoals opgenomen in artikel 9 van modelovereenkomst nr. 9015550000-09-2, gebaseerd?

Vraag 15

Waarom komen er zo weinig modelovereenkomsten op de website?

Vraag 16

Wat is de meest voorkomende reden waarom ingestuurde overeenkomsten worden afgewezen?

Vraag 17

Hoeveel modelovereenkomsten zijn er nog in behandeling bij de Belastingdienst?

Vraag 18

Acht u het verantwoord om met alle onduidelijkheden en met het beperkte aantal modelcontracten, op 1 mei met de nieuwe methode van start te gaan?

Vraag 19

Hoe waarschijnlijk is het dat opdrachtgevers massaal even geen zzp'ers inhuren totdat er meer duidelijkheid is en dat zzp'ers dus massaal opdrachtloos thuis komen te zitten?

Vraag 20

Hoe waarschijnlijk is het dat opdrachtgevers in de zorg massaal even geen zzp’ers inhuren omdat het onduidelijk is of wel of niet voldaan wordt aan de voorwaarden van de fictieve dienstbetrekkingen en dat zzp’ers dus massaal opdrachtloos thuis komen te zitten?

Vraag 21

Kunt u deze vragen één voor één en binnen twee weken beantwoorden aangezien er voor 1 mei absolute duidelijkheid moet zijn?

Naar boven