Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Financiën over de NAM BTW-constructie (ingezonden 8 april 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «Btw-constructie van de NAM mogelijk strafbaar» op RTV Noord?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat de belastingbetaler opdraait voor de kosten van schadeherstel als gevolg van mijnbouwschade?

Vraag 3

Deelt u de mening dat er dus in principe btw betaald moet worden?

Vraag 4

Is het gebruikelijk dat de btw over uitgekeerde schadeclaims wordt teruggevorderd door de uitkerende partij? Zo ja, in welke sectoren komt dit nog meer voor?

Vraag 5

Is er bij het toestaan van terugvordering van btw nog verschil tussen schadevergoeding vanwege onrechtmatige daad en een vergoeding in een andere situatie?

Vraag 6

Deelt u de mening dat btw enkel kan worden teruggevorderd indien prestaties daadwerkelijk zijn verricht in opdracht van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en niet slechts in naam van NAM?

Vraag 7

Kunt u aangeven hoe de btw-constructie zich verhoudt tot het besluit aftrek van btw van 7 december 2011?

Vraag 8

Kunt u aangeven wat de juridische gevolgen zijn voor de opdrachtgever van het op naam van NAM stellen van de facturen met betrekking tot aansprakelijkheden en garanties van de werkzaamheden?

Vraag 9

Zijn er afspraken gemaakt tussen de NAM en de Belastingdienst of enige andere overheidsinstantie over verrekening van de btw door de NAM over schadevergoeding uitgekeerd aan gedupeerden van mijnbouwschade?

Vraag 10

Bent u bereid een belasting ruling te vragen over deze praktijk?

Vraag 11

Gebeurt dit in andere EU-landen bij gevallen van mijnbouwschade?

Vraag 12

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat gedupeerden in Groningen door de NAM gedwongen worden mee te werken aan het doen van een mogelijk onjuiste btw-aangifte door de NAM?

Vraag 13

Kunt u gedupeerden van mijnbouwschade in Groningen verzekeren dat zij gevrijwaard zijn van juridische en strafrechtelijke consequenties indien op enig moment blijkt dat zij medeplichtigheid zijn aan het doen van een onjuiste btw-aangifte door de NAM?

Vraag 14

Heeft deze werkwijze gevolgen voor de balans, winst en verliesrekening en het financieel jaarverslag van de NAM?

Vraag 15

In een eerder debat heeft de u de Kamer verteld dat dit slechts om een enkel geval ging; is dit nog steeds uw mening?

Vraag 16

Zo ja, kunt u uw mening onderbouwen met cijfers over het totaal aantal gedupeerden, waarvan de NAM de schade vergoed op basis van facturen, en het aantal gedupeerden dat de facturen op naam van de NAM heeft laten zetten?

Vraag 17

Kunt u nagaan op wiens advies deze constructie met btw terugvorderen bij de NAM opgesteld is?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Smaling en Bashir (beiden SP), ingezonden 7 april 2016 (vraagnummer 2016Z07027).

Naar boven