Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over het bericht «Sparen buiten eigen land blijft risicovol» (ingezonden 1 april 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het hoofdredactioneel commentaar van het FD van 29 maart jl., getiteld «Sparen buiten eigen land blijft risicovol»?

Vraag 2

Welke bemiddelaars die spaargeld van particulieren wegzetten op buitenlandse banken zijn in Nederland actief?

Vraag 3

Hoeveel mensen sparen via deze bemiddelaars in het buitenland? Om hoeveel spaargeld gaat het?

Vraag 4

Bent u van mening dat banken van buiten de bankenunie en bemiddelaars voor deze banken voldoende inzicht bieden in de risico’s die sparen bij deze banken met zich meebrengt? Welke informatie over risico’s zijn deze banken verplicht om aan Nederlandse spaarders te verstrekken?

Vraag 5

De Bulgaarse Fibank biedt 2,5% rente, die pas na vijf jaar wordt uitbetaald; is dit toegestaan op de markt voor particulieren? In hoeverre acht u dit wenselijk? Zijn er Nederlandse banken die een dergelijk systeem hanteren?

Vraag 6

In hoeverre hebben Oost-Europese landen, zoals Bulgarije, een depositogarantiestelsel? Hoe kan worden gegarandeerd dat deze depositogarantiestelsels daadwerkelijk tot uitkering leiden indien er een bank omvalt? Hoe kan worden voorkomen dat de Nederlandse overheid moet bijspringen, zoals in 2008 gebeurde toen IJslandse banken omvielen?

Vraag 7

Zijn mensen zich voldoende bewust dat met hogere rentes bij buitenlandse banken ook grotere risico’s verbonden zijn? Op welke wijze worden spaarders gewezen op deze risico’s?

Vraag 8

Zijn er ook malafide partijen betrokken bij de bemiddeling of het aanbieden van hoge spaarrentes? Zo ja, hoe wordt hier tegen opgetreden?

Naar boven