Vragen van de leden Cegerek en Jacobi (beiden PvdA) aan de Minister van Economische Zaken over de vervanging van een dorpswindmolen (ingezonden 31 maart 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «gemeente Leeuwarden steunt hogere windmolen in Reduzum»?1

Vraag 2

Bent u bekend met de positieve effecten van energie initiatieven op de voorzieningen en economische activiteit van deze krimpdorpen?

Vraag 3

Deelt u de mening dat dorpsinitiatieven zoals deze de ruimte moeten krijgen omdat deze leefbaarheid in krimpgebieden vergroten en tegelijkertijd bijdragen aan de doelen van het Energieakkoord? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de genoemde berichtgeving op gespannen voet staat met afspraken die het Rijk en de provincies hebben gemaakt in het «actieplan windenergie», zeker gezien het maatschappelijk draagvlak en de voornemens van het actieplan om lokale energiecoöperaties te stimuleren, zelfs als deze niet binnen ruimtelijke plannen vallen?

Vraag 5

Ziet u voor u zelf een rol weggelegd in het mogelijk maken van lokale energie initiatieven als deze dorpswindmolen? Zo ja, hoe wilt u die rol vorm geven? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

In hoeverre ligt de provincie Friesland op schema betreffende de doelstellingen voor windenergie op land?

Vraag 7

Is het in januari geplande besluit betreffende de komst van het windpark op de kop van de Afsluitdijk al genomen? Zo nee, wanneer komt dit besluit?

Vraag 8

Hoe moeten de productiedoelstellingen van de provincie Friesland gehaald worden, mocht de bouw van het windmolenpark op de kop van de Afsluitdijk niet doorgaan? Zijn hier passende maatregelen achter de hand? In hoeverre ziet u hier een rol voor kleinere windmoleninitiatieven weggelegd en houdt u daarbij ook rekening met de uitfasering van oude windmolens als die in Reduzum?

Naar boven