Vragen van het lid Fokke (PvdA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie over bedreigingen van raadsleden (ingezonden 29 februari 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «Hoe gaan raadsleden om met agressie, bedreiging en geweld»?1

Vraag 2

Hoe verhouden de cijfers over bedreigingen van raadsleden, zoals die uit het onderzoek van het Periklesinstituut naar voren komen, zich tot de cijfers van Raadslid.nu en de cijfers waar u over beschikt?

Vraag 3

Deelt u het beeld dat de afgelopen jaren meer raadsleden bedreigd worden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Komt de conclusie van het Periklesinstituut dat slechts 1 op de 5 raadsleden naar de politie stapt overeen met andere informatie over de aangiftebereidheid van raadsleden? Zo ja, deelt u de mening dat deze lage aangiftebereidheid zorgelijk is? Zo nee, waarin verschilt de informatie waar u over beschikt?

Vraag 5

Deelt u de mening dat raadsleden gestimuleerd moeten worden altijd aangifte van bedreiging te doen? Zo ja, hoe gaat u er voor zorgen dat de aangiftebereidheid wordt vergroot? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Is het waar dat de politie dergelijke aangiftes niet altijd serieus neemt? Zo ja, deelt u de mening dat ter wille van de veiligheid van raadsleden en een goed functionerende lokale democratie juist de politie dergelijke bedreigingen voortaan wel serieus moet gaan nemen, en hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, wat is er dan niet waar?

Vraag 7

Bent u bereid de zes aanbevelingen uit het rapport van het Periklesinstituut2 over te nemen? Zo ja, hoe gaat u dat doen en op welke termijn? Zo nee, welke gaat u niet overnemen en waarom niet?

Naar boven