Vragen van de leden Van Helvert en Omtzigt (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van
Infrastructuur en Milieu en de Minister van Financiën over de schikking met NS-fraudeurs
(ingezonden 8 februari 2016).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht over de schikking die getroffen is met NS-fraudeurs?1
Vraag 2
Kunt u uiteenzetten hoe deze schikking te plaatsen is tegen de achtergrond van de
belofte van de Minister van Financiën dat de NS-fraudeurs geen cent meer zouden krijgen
bij hun vertrek?
Vraag 3
Kunt u aangeven welke afspraken zijn gemaakt met de verschillende NS-medewerkers,
zoals de voormalig directeur van NS-concurrent Veolia, de Abellio-directeur en de
directeurs van Qbuzz, en wat de redenen zijn voor de schikking?
Vraag 4
Kunt u zich vinden in de uitspraak van de advocaat van een van de betrokkenen dat
er sprake is van een grote overwinning? Is het Rijk dan de verliezer?
Vraag 5
Herinnert u zich dat u aan de Kamer heeft geschreven:
«NS zal de contracten van de drie betrokken statutaire Qbuzz-bestuurders ontbinden.
Met twee van hen betreft het de huidige bestuursfunctie, met de derde betreft het
de adviesrelatie die was aangegaan na zijn eerder vertrek als statutair bestuurder
bij Qbuzz. Het arbeidscontract met de ex-Veolia-medewerker, dat zou ingaan op 1 mei
a.s., zal eveneens worden ontbonden. Er worden geen vertrekvergoedingen betaald. Eerder
toegekende variabele beloningen worden, indien relevant, teruggevorderd.»?2
Vraag 6
Herinnert u zich dat u aan de Kamer heeft meegedeeld:
«Vanzelfsprekend zal ik in nauw contact blijven met NS omtrent de opzet, voortgang
en de uitkomsten van de analyse naar de interne regels en hun effectiviteit en de
daaruit te treffen maatregelen»?3
Vraag 7
Herinnert u zich dat u in uw brief van 28 april 2015 aan de Kamer schreef dat er geen
vertrekvergoedingen worden betaald?4
Vraag 8
Herinnert u zich de volgende woorden uit uw brief aan de Kamer van 5 juni jongstleden:
«de inhuur van de voormalige medewerker van Veolia had mijns inziens in dat stadium
van de aanbesteding niet moeten plaatsvinden. Dat dit bovendien onrechtmatig gebeurde
en dat de medewerker vervolgens ongeoorloofd informatie deelde, gaat alle perken te
buiten.»?5
Vraag 9
Kunt u aangeven hoe hoog de vertrekvergoeding is voor elk van de ontslagen medewerkers
en hoe zich dat verhoudt tot uw eerdere belofte?
Vraag 10
Kunt u aangeven hoeveel variabele vergoedingen zijn teruggevorderd bij elk van de
drie medewerkers? Hoe verhoudt zich dat tot uw eerdere belofte?
Vraag 11
Bent u in nauw contact gebleven met de NS omtrent de maatregelen?
Vraag 12
Wanneer heeft de NS u ervan op de hoogte gesteld dat er toch weer afkoopvergoedingen
betaald zouden worden?
Vraag 13
Wist u ten tijde van het AO Staatsdeelnemingen op 3 februari jongstleden dat deze
bedragen betaald zouden worden?
Vraag 14
Kunt u een precieze tijdslijn geven van de wijze waarop deze overeenkomsten tot stand
gekomen zijn?
Vraag 15
Heeft u overwogen om de Kamer te informeren over het feit dat u uw eerdere belofte
niet kon nakomen of vond u het gepaster dat de Kamerleden dat in de krant zouden lezen,
en wel twee dagen na het Algemeen overleg over staatsdeelnemingen?
Vraag 16
Heeft u ingestemd met de vertrekvergoedingen?
Vraag 17
Waarom is deze schikking nu getroffen, terwijl er nog een strafrechtelijk onderzoek
van de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) loopt en ook de Autoriteit
Consument & Markt (ACM) de zaak in onderzoek heeft?
Vraag 18
Is met de regering overleg gevoerd over het treffen van deze schikking? Zo nee, waarom
niet, zo ja, wat waren de argumenten om met de schikking in te stemmen?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Madlener (PVV),
ingezonden 5 februari 2016 (vraagnummer 2016Z02480)