Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie over de benoeming van de voorzitter van Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (ingezonden 21 januari 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «Jacob Kohnstamm benoemd tot voorzitter Regionale Toetsingscommissies Euthanasie»?1 Wat vindt u van dit bericht?

Vraag 2

Welke procedure is precies gevolgd voor het zoeken van de nieuwe voorzitter van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie?

Vraag 3

Hoe heeft u in de selectieprocedure de voormalige functie van de heer Kohnstamm als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) meegewogen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het voormalig voorzitterschap van de NVVE, een organisatie die actief pleit voor ruimere euthanasiewetgeving, botst met een van de essentiële kenmerken van de coördinerend voorzitter, namelijk onpartijdigheid?

Vraag 5

Is u bekend dat veel artsen druk ervaren bij het uitvoeren van euthanasie?2 Deelt u de mening dat deze druk mede gevoed wordt door de voorlichting en activiteiten van de NVVE?

Vraag 6

Kunt u in het licht van de voorgaande vragen onbegrip voor het benoemen van de heer Kohnstamm begrijpen? Zo ja, waarom acht u hem wel een geschikte kandidaat? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Hoe kan de heer Kohnstamm, wanneer hij als gezicht van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie veelvuldig in de media te zien zal zijn, geloofwaardig het woord voeren namens alle leden van de toetsingscommissies?

Vraag 8

Deelt u de mening dat, wanneer dhr. Kohnstamm nog lid blijkt te zijn van de NVVE, hij dit lidmaatschap dient op te zeggen?

Vraag 9

Deelt u de mening dat de schijn van partijdigheid moet worden weggenomen? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen? Zo nee, waarom niet?

Naar boven