Vragen van de leden Kerstens en Marcouch (beiden PvdA) aan de Ministers voor Wonen en Rijksdienst, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de nieuwe korpschef van de Nationale Politie € 75.000 compensatie voor salarisverlies krijgt (ingezonden 21 januari 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «Nieuwe korpschef krijgt compensatie van 75.000 euro voor salarisverlies»?1

Vraag 2

Op grond van welke regel bestaat het recht op een ontslagvergoeding voor de (voormalig) secretaris-generaal van Defensie?

Vraag 3

Hebben rijksambtenaren recht op een ontslagvergoeding in het geval zij binnen de rijksdienst een functie tegen een lager salaris aanvaarden? Zo ja, in welke gevallen bestaat dit recht? Zo nee, waarom hebben ambtenaren in dienst van de Algemene Bestuursdienst dit recht wel?

Vraag 4

Waarom is er sprake van een «ontslagvergoeding» terwijl er sprake is van verandering van functie binnen de (rijks)overheid?

Vraag 5

Deelt u de mening dat een ontslagvergoeding niet bedoeld is als compensatie voor wat hier aan de orde is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Hoe beoordeelt u het risico van precedentwerking?

Vraag 6

Is het waar dat afhankelijk van de salarisontwikkelingen de ontslagvergoeding hoger kan uitvallen? Zo ja, hoe hoog kan die maximaal worden? Zo nee, wat is er dan niet waar?

Vraag 7

Is de Wet Normering Topinkomens (WNT) van toepassing op ambtenaren die onder de Algemene Bestuursdienst en de Nationale Politie vallen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Hoe verhoudt een hogere ontslagvergoeding dan € 75.000 zich tot de WNT?

Vraag 9

Waarom is niet gekozen voor de in de WNT voorziene procedure voor het geval men vindt dat een uitzondering op de wet noodzakelijk is, namelijk die uitzondering «aan het kabinet vragen»?

Vraag 10

Ten laste van welke begroting wordt de ontslagvergoeding betaald?

Naar boven