Vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) aan de Staatssecretaris van Financiën over de uitwerking van de dienstverleningsovereenkomst-vrijstelling (DVO-vrijstelling) (ingezonden 14 januari 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het commentaar van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) op het Belastingplan 2016 (in het bijzonder het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2016), waarin de NOB aandacht vraagt voor het mogelijk niet realiseren van de beoogde verruiming van de vrijstelling van vpb-plicht?1

Vraag 2

Bent u bekend met het feit dat de Belastingdienst aan individuele belastingplichtigen kenbaar heeft gemaakt dat integraal aan het concurrentie-criterium zal moeten worden getoetst, voordat de DVO-vrijstelling (vrijstelling voor dienstverleningsovereenkomsten) op de betreffende activiteit van toepassing is?

Vraag 3

Hoe verhoudt zich dit tot uw opmerking in de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 20162, inhoudende dat de door u gekozen formulering de voorkeur geniet boven de door de NOB in haar commentaar voorgestelde tekst omdat deze aanmerkelijk korter is en naar de mening van het kabinet tot hetzelfde eindresultaat leidt? Dreigt nu toch de situatie te ontstaan waar de NOB de aandacht voor heeft gevraagd?

Vraag 4

Hoe pakt dit uit in de situatie van een Buitengewoon Opsporingsambtenaar (een BOA) die in gemeente A de openbare orde handhaaft en dit, op basis van een dienstverleningsovereenkomst tussen gemeente A en gemeente B, ook in gemeente B doet? Is in die situatie de DVO-vrijstelling van toepassing?

Vraag 5

Klopt het dat in het geval van de BOA, als de gemeente zelf een BOA in dienst heeft, dit wordt gezien als concurrentie met particuliere beveiligingsorganisaties (immers, de gemeente had er ook voor kunnen kiezen een dergelijke organisatie in te huren in plaats van zelf een BOA in dienst te nemen)?

Vraag 6

Deelt u de mening van mening dat de DVO-vrijstelling niet zo geïnterpreteerd moet worden dat iedere activiteit die een publiekrechtelijke rechtspersoon of privaatrechtelijk overheidslichaam aan de markt zou hebben kunnen uitbesteden c.q. daar zou hebben kunnen inkopen buiten de DVO-vrijstelling zal blijven, ook in de situatie dat de opdrachtgever bij «zelf doen» met de betreffende activiteit geen onderneming in fiscale zin drijft?

Vraag 7

Zo ja, bent u bereid dit alsnog duidelijk te communiceren en zo nodig de wet aan te passen zodat de vrijstelling doet wat deze beoogt te doen?

Vraag 8

Zo nee, bent u het ermee eens dat het amendement Dijkgraaf dan een dode letter is geworden en er geen recht wordt gedaan aan de toelichting op het amendement waarin staat dat het enkele feit dat gekozen wordt voor een dienstverleningsovereenkomst niet automatisch tot gevolg mag hebben dat men niet in aanmerking komt voor de vrijstelling van vpb-plicht? Als dat zo is, hoe gaat u dan zorgen dat de letter weer levend wordt?3


X Noot
1

NOB-commentaar op het wetsvoorstel Belastingplan 2016 (2 oktober 2016) http://www.nob.net/sites/default/files/content/article/uploads/nob_commentaar_op_het_wetsvoorstel_belastingplan_2016.pdf

X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 34 305, nr. 6, p. 43.

X Noot
3

Kamerstuk 34 003, nr.11

Naar boven