Vragen van het lid Knops (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over leveranties
van gifgas aan jihadisten in Syrië via Turkije (ingezonden 7 januari 2016).
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden van uw ambtsvoorganger op eerdere vragen over het bericht
dat Turkije betrokken is bij wapenleveranties aan de Syrische rebellen, steun aan
de terroristische organisatie Al Nusra verleent en zelfs betrokken zou zijn bij de
chemische aanval op Ghouta?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de berichtgeving «Dodelijk saringas werd door IS via Turkije ingevoerd»?2
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de uitspraken van het Turkse parlementslid Erdem over leveranties
van materialen en stoffen voor saringas aan jihadisten in Syrië via Turkije en dat
Turkije dit in de doofpot zou stoppen?3
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het bewijsmateriaal dat de heer Erdem hiervoor gepresenteerd heeft,
te weten een kopie van een justitieel onderzoek, zaaknummer 2013/120, door de toenmalige
openbaar aanklager in Adana?
Vraag 5
Klopt het dat deze zaak tegen dertien verdachten van banden met een terroristische
organisatie, die nota bene in het bezit waren van chemicaliën, na een week plotseling
gesloten is, en dat de openbaar aanklager vervangen is door een ander?
Vraag 6
Klopt het dat alle verdachten in deze zaak op vrije voeten zijn gesteld en Turkije
verlaten hebben via de grens met Syrië? Zo ja, vindt u dit een verdachte gang van
zaken?
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de telefoneergegevens van de verdachten in het dossier, waaruit in
detail blijkt hoe de leveranties vanuit Turkije richting Syrië zouden plaatsvinden,
bijvoorbeeld hoe ze werden voorbereid, welke trucks gebruikt zouden worden en waar
de materialen vandaan kwamen?
Vraag 8
Klopt het dat uit deze gegevens tevens blijkt dat de verdachten openlijk spraken over
sarin, geen enkele zorg uitspraken over het passeren van de grens tussen Turkije en
Syrië en dat ze banden zouden hebben met de The Machinery and Chemical Industry Institution
van Turkije? Hoe beoordeelt u dit, in het licht ook van de vele berichten en beschuldigingen
over banden tussen Turkije en jihadisten in Syrië?
Vraag 9
Hoe beoordeelt u de bewering van de heer Erdem dat alle basismaterialen voor het saringas
in Europa gekocht zijn en dat Westerse bronnen heel goed weten wie de chemische aanval
op Ghouta heeft uitgevoerd?
Vraag 10
Klopt het dat een parlementariër die met deze onthullingen is gekomen, vervolgd dreigt
te worden wegens hoogverraad en dat voor hem verlies van parlementaire onschendbaarheid
dreigt? Bent u bereid opheldering te vragen bij Turkije over deze gang van zaken?
Vraag 11
Bent u bereid een eigenstandige analyse te maken van het dossier dat de heer Erdem
als bewijsmateriaal gepresenteerd heeft? Zo nee, waarom niet en bent u dan tenminste
bereid om een reactie te vragen van Turkije?
Vraag 12
Blijft u ook met dit bewijsmateriaal van mening dat u geen informatie heeft die u
in staat stelt een eigenstandig oordeel te geven over de beweringen van de Amerikaanse
onderzoeksjournalist Seymour Hersh over steun van Turkije aan jihadisten in Syrië
en betrokkenheid van Turkije bij de chemische aanval op Ghouta?4
Vraag 13
Blijf u van mening dat er «geen aanleiding» is om de toedracht van de chemische aanval
op Ghouta opnieuw te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Hoeveel meer aanwijzingen en bewijzen zijn er nog meer nodig voordat u bereid bent
te pleiten voor een internationaal onafhankelijk onderzoek naar de steun van Turkije
aan jihadisten in Syrië?
Vraag 15
Als u blijft herhalen dat hiervoor «geen draagvlak» is, bent u dan tenminste bereid
op zoek te gaan naar mogelijk draagvlak? Zo nee, waarom niet?
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1766