Vragen van de leden Koşer Kaya en Bergkamp (beiden D66) aan de Staatssecretarissen van Economische Zaken en van Veiligheid en Justitie over mesthuwelijken (ingezonden 14 december 2015).

Vraag 1

Klopt de stelling in het bericht «Niet verhandelbaar, wel verplaatsbaar»,? dat de overdraagbaarheid van de melkveefosfaatreferentie mogelijk beperkt wordt tot familie in de eerste, tweede en derde graad?1

Vraag 2

Houdt deze beperking van de melkveefosfaatreferentie mede in dat een melkveebedrijf, na overname door een ander dan direct familielid, gedwongen moet krimpen? Welke gevolgen heeft dat voor een levensvatbare voortzetting van een (familie)bedrijf?

Vraag 3

In hoeverre wordt met het beperken tot familie in de eerste, tweede en derde graad rekening gehouden met vele moderne levensvormen die zich niet noodzakelijkerwijs beperken tot huwelijken en geregistreerde partnerschappen?

Vraag 4

Welk risico op huwelijken omwille van behoud van de melkveefosfaatreferentie, de zogenaamde «mesthuwelijken», ziet u?

Vraag 5

Welk risico ziet u van omzeiling van de regels door het adopteren van de voorgenomen bedrijfsopvolger die buiten de familie komt, zoals in Japan niet geheel ongebruikelijk is, om het bedrijf maar binnen familiebanden te houden, en daar in dit geval de melkveefosfaatreferentie mee te behouden?

Naar boven