Vragen van het lid Volp (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de quickscan «Werkwijze Veilig Thuis» van Defence for Children (ingezonden 8 december 2015).

Vraag 1

Kent u de quickscan «Werkwijze Veilig Thuis» 2015 van Defence for Children?

Vraag 2

Bent u het eens met de bevinding van de quickscan en de onderbouwing van die bevinding dat het (VNG-) model handelingsprotocol Veilig Thuis en het Triage-instrument Veilig Thuis onvoldoende waarborgen bieden? Zo ja, gaat u hierover in overleg met de VNG? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Bent u het eens met de bevinding van de quickscan en de onderbouwing van die bevinding dat duidelijke afspraken over de adviesfunctie van Veilig Thuis nodig zijn? Zo ja, gaat u hierover in overleg met de VNG? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de constatering van Defense for Children dat wat in de ene regio als «advies» wordt afgehandeld in de andere regio als «melding» wordt aangenomen, en vice versa? Vindt u dit zorgelijk? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Wat vindt u van de conclusie van de quickscan dat er sinds de invoering van de Wet meldcode onevenredig veel eigen verantwoordelijkheid gelegd wordt bij de professionals/adviesvragers?

Vraag 6

Hoe beoordeelt u de bevinding van de quickscan en de onderbouwing daarvan dat er sprake is van (te) hoge werkdruk, en dat capaciteitsproblemen ten koste gaan van hulp aan kind en gezin?

Vraag 7

Hoe beoordeelt u de bevinding van de quickscan en de onderbouwing daarvan dat er sprake is van een gebrek aan landelijke sturing?

Vraag 8

Bent u van plan naar aanleiding van de resultaten van de quickscan «Werkwijze Veilig Thuis» van Defence for Children onderzoek te laten doen naar de bevindingen van de quickscan? Zo ja, hoe en wanneer gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

Naar boven